557
56 betreft kon de Minister zich
er wel heel gemakkelijk van af
maken door mede te delen, dat
de Regering nog geen beslissing
genomen had. Het is altijd ge
vaarlijk een voorspelling te
doen, maar we willen het toch
maar wagen (vandaag, 21 De
cember). Wij verwachten dat
de Regering een algemene mi
nimum-garantieprijs zal vast
stellen van 22,4 cent per kg.
melk van 3,7% vet 1954/1955:
22 ct.); daarnaast een toeslag
van maximaal 1,7 cent voor de
zandgebieden en andere minder
vruchtbare streken en voorts de
verrekenprijs voor consumptie-
melk op 25 cent zal handhaven.
Het Landbouwschap had ge
vraagd een algemene garantie
prijs van 22,7 cent; een aanvul
lende toeslag voor zandstreken
en andere gebieden tot 24,9 cent
en een verrekenprijs voor con-
sumptiemelk van 26 cent. Wel
licht dat evenals vorig jaar de
regeringsbeslissing weer om
streeks de jaarwisseling bekend
zal worden.
Er is bij de behandeling van
de begroting van Sociale Zaken
en die van Landbouw ook heel
wat gesproken over de moeilijk
heden, welke bij doorvoering
van een vrijere, meer bedrijfs-
taksgewijze loonvorming voor
de landbouw zouden ontstaan.
Wanneer bij een vrijere loon
vorming het loonniveau in me
nige bedrijfstak verhoogd zou
worden, omdat de rentabiliteit
van deze bedrijven dit toelaat,
zou de land- en tuinbouw alleen
al met het oog op de arbeids
voorziening ook tot Ioonverho-
ging moeten overgaan. Maar de
rentabiliteit van grote delen van
de landbouw is niet zodanig, dat
een dergelijke loonsverhoging
door de boeren zou kunnen wor
den gedragen zonder dienover
eenkomstige verhoging van de
garantieprijzen. Prof. Romme
heeft, dit inziende, naar voren
gebracht dat de doorvoering van
een vrijere loonvorming in het
algemeen niet tot hogere prijzen
mag leiden, maar hij heeft voor
de landbouw een uitzondering
gemaakt.
Bij de behandeling van de be
groting van Landbouw is de
noodzaak van aanpassing van
garantieprijzen door vele kamer
leden naar voren gebracht. Ir.
Vondeling (P.v.d.A.) diende
zelfs een motie in, waarin be
knopt uitgedrukt werd neer
gelegd dat de landbouw moet
kunnen blijven rekenen op on
verminderde handhaving van de
regeringstoezeggingen; d.w.z.
goedgekeurde loonsverhogingen
moeten in de garantieprijzen
worden doorberekend. Minister
Mansholt verklaarde geen be
zwaren tegen de inhoud van de
ze motie te hebben. Van de zijde
van de K.V.P. en de Anti-Re
volutionairen werd deze motie