553
van de Stichting Spaarbank van
de C.C.B. in 1942, waarvan het
tegoed in 1945 aan de eigen boe
renleenbank kon worden over
gedragen. Op het einde van
1947, toen de eerste uitgifte van
bedrijven een feit werd, beliep
het saldo der spaargelden
1.646.000,Dit betekende
een flinke grondslag voor de fi
nanciering van de in pacht uit
gegeven bedrijven. Na een aan
vankelijke daling in 1948, zette
het saldo der spaargelden in vol
gende jaren zijn opmars voort
tot 3)5 millioen per ultimo
September 1955. In de jaren
1953 en 1954 zijn de toever
trouwde spaargelden geregeld
met 600.000,gegroeid. Het
jaar 1955 komt echter met een
beduidend lager bedrag aan
spaarvorming te voorschijn. Ook
hier werkten wederom de slech
tere oogstresultaten en de stij
gende kosten, die onvoldoende
in de prijzen werden verdiscon
teerd. Tegenover de daling van
de spaarvorming in 1955 van de
Polder, staat een krachtige stij
ging daarvan op het „oude"
land. Hierin demonstreert zich
een verschil in ontwikkeling tus
sen de boerenleenbank Emmel-
oord en de zuster-instellingen
op het „oude" land. Wordt de
spaarvorming bij de boerenleen
bank „Emmeloord" goeddeels
geheel beheerst door factoren,
die hun oorsprong vinden in de
agrarische bedrijvigheid, voor
de zusterinstellingen op het „ou
de" land spelen andere dan agra
rische factoren een grote rol,
hoezeer voor de boerenleenban
ken aangesloten bij onze Cen
trale Bank nog steeds geldt, dat
ruim 67% van de spaargelden
van land- en tuinbouw afkom
stig zijn. Voor het lopende jaar
hebben echter op het „oude"
land een aantal factoren ge
werkt, die waarschijnlijk slechts
voor eenmaal hun werking doen
gevoelen. Hierbij valt te denken
aan het verschijnsel, dat een
groot aantal jonge mensen
voor Noord Brabant alleen kon
dit getal op 10.000 worden ge
steld die tot nu toe nog in
de landbouw meewerkten zon
der daarin een volledige dagtaak
of een toekomst te vinden, in
de loop van het jaar naar de in
dustrie zijn overgestapt. Het
zelfde geldt voor een aantal ei
genaren van kleine bedrijven,
op wie behalve het hoge week
loon ook de kinderbijslag een
sterke aantrekkingskracht heeft
uitgeoefend. Men moet de be
tekenis daarvan niet onderschat
ten, indien alleen in Noord
Brabant door de jeugd een half
millioen gulden per week naar
huis wordt gebracht, waarmede
de gezinsinkomsten worden ver
hoogd en waartegenover voor
lopig met nadruk op voor
lopig nog geen hogere lasten
of uitgaven staan.