55° sluitend gepachte bedrijven kent, niet tot ontwikkeling komen. Wellicht biedt de uitgifte in erfpacht, waarover wordt ge sproken, en die voor de fruit- bedrijven alsmede in de mid denstandssector een feit is, een perspectief voor de financiering der benodigde opstallen met voorschotten van de boerenleen banken. Het zal dan echter no dig zijn, dat aan de erfpachter een stevig gebruiksrecht wordt verleend, dat hij ook als een eigen recht kan vervreemden en verhypothekeren. Wij begrij pen, dat in de zich ontwikkelen de polder de planologie eisen doet stellen op het stuk van ver vreemding en het gebruik. Maar dat deze eisen persé in de weg staan aan een eigen rechtsverschaffing aan de erf pachter is ons niet duidelijk. Vooral, indien wij zien, dat op het „oude" land in de ontgin- ningsgebieden met succes juist van het erfpachtrecht gebruik wordt gemaakt en wel met toe passing van zodanige construc ties, dat in de hypotheek op een zodanige erfpacht een passende zekerheid kan worden gevonden. Liggen, zoals gezegd, de pachtverhoudingen in de Pol der goeddeels ten grondslag aan de financiering met crediet in lopende rekening, het juiste in zicht van de pachters en de be kwame voorlichting der beheer ders hebben er mede toe geleid, dat de bedrijven in de Polder op een juiste wijze worden gefi nancierd: de sterk fluctuerende behoeften aan financieringsmid delen bij de landbouwbedrijven in de N.O.P. kan immers het beste worden gedekt door ope ning van credieten in lopende rekening. Deze in de Polder al gemeen toegepaste praktijk zou een voorbeeld kunnen zijn voor het „oude" land, evenals de sa menwerking met het Boekhoud- bureau met name in de gevallen, waarin, wat men noemt, zwaar moet worden gefinancierd. In die gevallen zal men, hoezeer borgtocht of andere zekerheid b.v. in de vorm van overdracht van dode of levende inventaris wordt gesteld, slechts verant woord met crediet kunnen fi nancieren, indien uit deskundi gen-rapporten blijkt, dat de last van rente en aflossing kan wor den opgebracht. Aan deze in het bankwezen algemeen aanvaarde methode, is men op het „oude" land nog niet toe. Het pleit voor de nuchtere en zakelijke zin van Uw beheer ders en van de leden, dat zij het vanzelfsprekend vinden, dat, in dien het erom gaat, derhalve in dien het bedrijf goeddeels met crediet wordt gefinancierd, het op de voet volgen van de be- drijfsuitkomsten en van de ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 10