4Ó5
lasting 1942 van 10 tot 20 per
cent werd verhoogd, zulks in
verband met de afschaffing van
de ondernemingsbelasting is
gegrond op de in artikel 34 van
het Besluit op de Vennoot
schapsbelasting 1942 verleende
bevoegdheid. De affiniteit met
de spaarbanken, welke voor de
hierbedoelde lichamen een re
ductie van het tarief wenselijk
deed oordelen, maakt thans in
het kader van de algemene her
ziening mede een onderwerp
van onderzoek uit. De inmid
dels op een aanmerkelijk lager
niveau gebrachte rentecondities,
waarop deze leden doelden, zijn
gesteld t ;n behoeve van de
spaarbank ifdelingen van de
kredietins' ellingen. Zij betref
fen evenalbij de gewone spaar
banken sl< chts een beperkt deel
van de b leggingen der spaar
gelden. D ze rentevergoeding is
niet bedo -ld voor het krediet-
bedrijf, zodat het motief tot het
verlenen van een bijzondere ta
riefsfaciliteit hierdoor niet
wordt aangetast."
Ons kort voorlopig commen
taar.
Drie onderwerpen zijn aan de
orde geweest.
I. De belastingheffing ten las
te van coöperaties in 't alge
meen.
II. Het bijzonder tarief der
Vennootschapsbelasting voor
coöperatieve credietverenigin-
gen.
III. Het z.g. bijzonder privi
lege in de vorm van een rente
dragende rekening bij 's Rijks
Schatkist.
Ad I. Het is opvallend, dat
het vraagstuk van de belasting
heffing ten laste van landbouw
coöperaties wordt vastgeknoopt
aan enige algemene desiderata,
die resp. betrekking hebben op
de vaststelling van de belastbare
winst (aftrek van een primair
dividend op aandelen) en het
voorkomen van dubbele belas
tingheffing op dividenden. In
dien de regeling van de belast
bare winst in de Inkomsten- en
Vennootschapsbelasting een her
ziening behoeft, hetgeen wij
gaarne onderschrijven, dient
naar onze mening dat vraagstuk
op eigen merites te worden be
oordeeld; de belastingheffing
ten laste van landbouwcoöpera
ties kan daarbij gevoegelijk bui
ten beschouwing blijven.
Ook voor een regeling, waar
door wordt voorkomen, dat
over de winst op aandelen twee
maal belasting wordt betaald,
eenmaal bij de N.V. in de Ven
nootschapsbelasting en eenmaal
in de Inkomstenbelasting voor
wat betreft de uit de reeds be
laste winst uitgekeerde dividen
den, bestaan betere argumenten
dan een jaloerse en slecht gemo
tiveerde verwijzing naar de be-