520
verstrekken, zou de Bank haar
gang kunnen gaan. Dit is een
van de nadelen aan een hypo
theek van lagere rangorde ver
bonden, indien de Bank niet te
vens houdster is van de eerste
inschrijving. Ook kunnen nog
andere gevaren dreigen. Zo heb
ben wij het onlangs moeten me
demaken, dat bij faillissement
van een debiteur de eerste hypo
theekhouder om onnaspeurlijke
redenen zonder meer weigerde
van zijn rechten gebruik te ma
ken. Dit had tot gevolg, dat de
veiling van het onderpand in op
dracht van de curator moest ge
schieden en de vereffening van
de vorderingen van de hypo
theekhouders noodged wongen
via de curator moest lopen. De
betrokken Bank moest zodoende
niet alleen op uitkering wach
ten totdat de boedel zover was
geliquideerd dat de curator tot
het opstellen van de uitdelings-
lijst kon overgaan, maar boven
dien haar aandeel in de faillis-
sementskosten betalen waardoor
een financieel verlies werd gele
den wat bij normale liquidatie
van het onderpand niet nodig
was geweest.
Loopt de eerste hypotheek bij
andere instellingen dan bij de
Bank zelf of bij de Boerenhy-
potheekbank dan kan dus met
een hypotheek van lagere rang
orde als zekerheid alleen genoe
gen worden genomen indien de
overwaarde zodanig is, dat er
voldoende speelruimte overblijft
om indien nodig ook nog een
aanzienlijk bedrag voor kosten
van liquidatie etc. te kunnen
dekken.
Is een z.g. eenmalige hypo
theek (modellen H 1-2 en 3)
vervallen wegens algehele af
lossing van de door de hypo
theek gedekte hoofdsom, renten
en kosten, dan kan de grosse
met bijlagen aan de debiteur
worden afgegeven nadat op de
grosse kwitantie is gesteld, na
mens het Bestuur van de Bank
te ondertekenen door de direc
teur en een bestuurslid. Deze
kwitantie moet gezegeld zijn.
Verder kan door de Bank roye
ment worden verleend voor de
hypothecaire inschrijving. Hier
bij zij nog opgemerkt, dat de
daartoe strekkende volmacht
namens het bestuur eveneens op
z'n minst de handtekeningen
dient te bevatten van de direc
teur en een bestuurslid.
Afgifte van kwijting en roye
ment mag echter onder geen
voorwaarde geschieden indien
de schuld geheel of ten dele zou
worden afgelost door de per
soon die zich naast de hypo
theek als borg heeft verbonden.
Door deze betaling immers
treedt de borg tot en ten belope
van het opgelegde bedrag van
rechtswege in de rechten van de
Bank ook voorzover het de hy
pothecaire zekerheid betreft.