5i5
crediteuren, hetgeen wil zeggen
dat zij met deze andere crediteu
ren, voorzover zij althans hun
rechten geldend wensen te ma
ken, de opbrengst naar evenre
digheid van ieders vordering
moet delen. Wil de Bank hare
rechten op de resterende activa
van de debiteur op gemakke
lijke en eenvoudige wijze gel
dend maken, dan moet zij in
het bezit zijn van de grosse
van de hypotheekakte. Is ech
ter de voorafgaande veiling
krachtens de grosse geschied,
dan is de Bank de grosse kwijt,
omdat de notaris haar in dat ge
val als bewijsstuk moet vast
hechten aan de minuut van het
proces-verbaal van de veiling.
Het is om deze reden dat men
in voorkomende gevallen steeds
aan de notaris opdracht moet ge
ven om te veilen krachtens de
onder zijn berusting verblijven
de minuut van de hypotheekakte
of een afschrift daarvan, waar
door de Bank de grosse zelf kan
behouden voor verdere executie.
De hypotheekacten moeten
door de notaris worden verle
den overeenkomstig het door de
Centrale Bank te verstrekken
model. Ook dit is bij de statuten
bepaald (en wel in art. 49 lid 1
sub c). Zij vallen uiteen in twee
hoofdgroepen te weten hypo
theken strekkende tot zekerheid
van bepaalde voorschotten en
algemene crediethypotheken
strekkende tot waarborg van al
hetgeen de Bank onverschillig
uit welke hoofde ook van de
hypotheekgever te vorderen
heeft en alsnog te vorderen
mocht krijgen.
De hypotheken tot de eerste
categorie behorende zijn in
hoofdzaak terug te brengen tot:
a. hypotheek voor een vast
voorschot (model H 1) te
verstrekken aan de eigenaar
van het te verbinden onroe
rend goed;
b. hypotheekverlening door
de voorschotnemer zelf met
daarnaast borgstelling door
een derde (model H 2);
c. hypotheekverlening voor
een vast voorschot te ver
strekken aan diverse perso
nen die gezamenlijk eigenaar
zijn van het te verbinden
onroerend goed (model 113
d. algemene crediethypotheek,
strekkende tot waarborg van
alle financiële verplichtingen
van de hypotheekgever (mo
del H4);
e. algemene crediethypotheek
strekkende op de eerste
plaats tot waarborg voor een
bij dezelfde acte door de hy
potheekgever schuldig er
kend voorschot en daarnaast
mede voor al zijn andere te
genwoordige en toekomstige
verplichtingen, dit laatste
voorzover er na aflossing
van het schuldig erkende
voorschot nog enig bedrag