514
doorgehaald teneinde mogelijk
te maken, dat de nieuwe in
schrijving de oudste en bijge
volg eerste in rangorde kan
worden.
Het maximale bedrag waar
voor krachtens het hypotheek
recht verhaal op de opbrengst
van het onderpand kan worden
gezocht is beperkt tot de som
welke in de hypotheekacte is ge
noemd, te vermeerderen met de
renten en de bij de acte begrote
kosten van uitwinning. Voorzo
ver het de rente betreft is de
verhaalsmogelijkheid beperkt tot
de rente van het lopende boek
jaar en van de twee volle boek
jaren daaraan voorafgaande.
Rente van oudere datum is dus
niet meer bij voorrang op de op
brengst van het onderpand ver
haalbaar. Men kan deswege al
leen als gewoon concurrent cre
diteur in de boedel van de debi
teur opkomen, voorzover al
thans die rente niet ouder is dan
vijf jaren. Een rentevordering
van nog oudere datum is door
verjaring teniet gegaan en bijge
volg niet meer voor invordering
vatbaar.
De consequentie hiervan is
dat bij hypothecaire voorschot
ten steeds gewaakt moet worden
tegen het ontstaan van een ren
te-achterstand van meer dan
twee jaren. Dreigt het gevaar
daartoe dan wordt in de meeste
gevallen ingrijpen noodzakelijk
wil men de verhaalsmogelijk
heid van de rente niet zien ver
loren gaan.
Hetzelfde geldt indien door
het niet tijdig hetalen van de
verschuldigde rente het debet
saldo ener crediethypotheek
dreigt te gaan overtreffen het
maximum bedrag waarvoor de
crediethypotheek werd ver
leend.
Wil het door de hypotheek
gedekte bedrag met rente en
kosten volledig op het verbon
den omoerend goed verhaalbaar
zijn, dan moet uiteraard bij ver
koop van dat goed de opbrengst
voldoende zijn. Het is echter
mogelijk, dat het resultaat van
de veiling dermate ongunstig is
dat hoofdsom plus renten en
kosten slechts gedeeltelijk kun
nen worden afgeboekt. De erva
ring heeft geleerd, dat velen van
mening zijn, dat in een dergelijk
geval het tekort niet meer zou
verhaalbaar zijn en door de Bank
als verlies zou moeten worden
afgeboekt. Deze opvatting is ten
ene male onjuist. De debiteur
blijft gehouden om ook het te
kort aan te zuiveren en is daar
voor met al zijn nog resterende
activa jegens de Bank aanspra
kelijk.
Recht van voorrang op de
opbrengst van deze andere acti
va heeft de Bank echter niet; zij
ligt te dien opzichte volkomen
gelijk met de andere concurrente