476
den uitgekeerd wordt, kan even
min als winst beschouwd wor
den als de omzetbonus, het ra
bat en de omzetpremie, die de
handelaar ten laste van zijn
winst aan de klant ten goede
doet komen.
De verschillen tussen de be
lastingheffing op de coöperaties
en op de daarmede te vergelij
ken ondernemingen van andere
rechtsvorm zijn in het algemeen
slechts gering en vormen in
deze omvang op zijn minst dat
gene, wat nodig is, om het we
zen der coöperatie als „non-
profit"-onderneming tot gelding
te brengen.
5. Het karakter der coöpe
raties als instellingen van eigen
hulp mag ook bij het redigeren
van een kartelwet niet buiten
beschouwing gelaten worden.
Het zou onverantwoord zijn,
indien b.v. het begrip „kar
tel" wettelijk zodanig zou wor
den vastgelegd, dat de coöpera
ties in 't algemeen daaronder
zouden vallen. Evenmin zou het
aangaan bij de wettelijke behan
deling van het kartelwezen ver
enigingen van concurrentie-
zwakke neringdoenden met een
zwakke marktpositie gelijk te
stellen aan kartels van het ge
wone genre, wier leden door de
kartelbinding een versterking
van hun toch al reeds sterke
Het hiernavolgende heeft betrek
king op het ontwerp voor een nieuwe
Duitse kartelwet.
marktpositie willen bereiken.
Vooral zou het ontoelaatbaar
zijn, wanneer men een even
tueel verbod van kartels zo zou
willen opstellen, dat dientenge
volge ook de regeling der in
terne statutaire rechtsverhou
dingen tussen de coöperaties en
hun leden door de verbodsbepa
lingen zou worden getroffen.
Gezien de noodzakelijke aanvul
ling der coöperaties van het eer
ste plan door analoge centrale
coöperaties, is zulks ook daarop
van toepassing. Een wet, die be
doeld is, de concurrentie in goe
de banen te leiden, mag niet zo
opgesteld worden, dat als ge
volg daarvan een natuurlijke
factor tot het scheppen van ge
zonde concurrentieverhoudingen
verzwakt of zelfs geheel ver
lamd wordt.
Bij de vervulling van hun
plicht, de aangesloten kringen
uit de bevolking op economisch
gebied te helpen, treden de coö
peraties noodzakelijkerwijze in
concurrentie met ondernemin
gen van een andere rechtsvorm
uit dezelfde of een dergelijke
branche. De coöperaties zijn er
op uit, deze concurrentie op fai
re wijze te voeren en wel vol
gens het beginsel, dat ten slotte
de betere prestatie de beslissing
moet brengen; van een mono
polistisch streven is bij de coö
peraties geen sprake. Algezien
daarvan zouden zij een mono
polistische positie ook practisch