469
geld practisch al jarenlang op
die rekening staat als een liqui-
diteitsreserve voor de kwade
dag, waarop het nodig zou kun
nen zijn om aan plotselinge gro
te opvragingen het hoofd te
bieden. Nu heeft 's-Rijks Schat
kist dat geld goeddeels al langer
dan 5 jaar ter beschikking. En
desondanks werd onlangs het
rentetarief voor deze rekening
teruggebracht beneden het ren
tepercentage, waarvoor 5 jaars
schatkistpapier door de Agent
van het Ministerie van Finan
ciën voor de daarvoor in aan
merking komende financiële in
stellingen wordt ter beschik
king gesteld.
En dan spreekt men nog van
begunstiging van het coöpera
tieve landbouwcrediet.
Uit het antwoord van de Mi
nister op de opmerkingen van
de „verschillende leden" blijkt,
dat het Ministerie van Finan
ciën de belastingheffing ten laste
van coöperaties een moeilijk ge
val vindt. Blijkbaar weet men er
niet goed weg mee. Zien wij
goed, dan is zulks het gevolg
daarvan, dat men in de fiscale
overwegingen de Coöperatie
niet in haar wezen laat als maat
schappelijk prijscorrectief. Het
is onjuist een coöperatieve prijs-
opslag (afzetcoöperatie) of prijs
reductie (aan- en verkoopver
eniging) als een winstuitdeling
te zien. Zoals de Ministers van
Landbouw en van Economische
Zaken in hun prijzenpolitiek de
coöperatie weten te waarderen
en niet kunnen missen in het
spel der met opzet vrij gehou
den vrije concurrentie, zo moet
ook het standpunt van Financiën
zijn. Dat wil zeggen, dat de coö
peratie ook fiscaal en niet alleen
in de economische politiek moet
worden genomen zoals zij is.
Ook de fiscus dient de coöpera
tieve prijsbepaling te erkennen
en als uitgangspunt te nemen
voor de bepaling van het fiscaal
coöperatief winstbegrip. Een
maal dat uitgangspunt, dat wil
zeggen de coöperatie als zodanig
aanvaard, zijn de fiscale moei
lijkheden niet groot meer.
Het fiscaal vraagstuk rondom
het coöperatiewezen maakt een
bezinning op het wezen van de
coöperatie wenselijk. Wij me
nen goed te doen daarmede een
begin te maken door hierna op
te nemen de inleiding van Dr
Klusak voor de algemene ver
gadering te Parijs van het Euro
pees Landbouwcongres. In deze
inleiding werd het wezen der
landbouwcoöperatie op heldere
wijze uiteengezet.