444
Amsterdamse katholieke huwe-
lijksschool, waar er sprake is van
de verloofdencursus, gezegd, dat
het jammer is, dat men verzuimd
heeft de economische voorberei
ding van het huwelijk daarin
ook een plaats te geven, waarbij
dan verwezen wordt naar het
Gezinsbegrotingsinstituut.
Er zijn mensen, die dadelijk
hun schouders ophalen als ze die
naam horen. „Wat gaat het een
ander aan" zeggen of denken
we, „wat ik met mijn geld doe,
dat is mijn privé zaak". Best, het
Gezinsbegrotingsinstituut dringt
niemand iets op, integendeel, het
kan zijn werk niet af. Want de
hulp, die het nu sinds enkele
jaren biedt vanuit het bureau in
de Librijesteeg te Rotterdam en
de werkruimte in Den Haag,
waar de leidster van het voor-
lichtingswerk, mevrouw E. J.
Wilzen-Bruins, met haar help
sters de instructie verzorgt,
blijkt alom in het land zo ge
waardeerd te worden, dat de
aanvragen om advies toestro
men. Dat advies is gericht op de
huisvrouw, voor 70% de geld-
uitgeefster in het gezin. Welke
huisvrouw immers is in deze
economisch verwarrende tijd te
genover de grote financiële ver
antwoording, die ze draagt, vol
doende geschoold in het vak:
deskundig geld uitgeven?
Het merkwaardige instituut, in
de wandeling het G.B.I. ge
noemd, dat er haar van bewust
wil maken wat daar allemaal
aan vast zit, is vier jaar geleden
ontstaan in de spaarwereld als
idee van de heer Sellemans, die
zijn initiatief voor uitwerking
heeft overgedragen aan me
vrouw Wilzen-Bruins, die mid
den in de praktijk van het leven,
op volkshogescholen en in de
vrouwenbeweging, het indivi
duele stille gevecht meemaakte
van honderden vrouwen, die met
het beschikbare huishoudgeld
niet uit konden komen. Zij vond
de aangepaste vorm om dit nieu
we „levensvak" op persoonlijke
wijze aan de huisvrouw voor te
zetten in de gevarieerde, aan
trekkelijke wijze, waarop het nu
sinds enkele jaren geschiedt. Het
gebeurt bijvoorbeeld via de ge
zinsverzorgsters, maatschappelij
ke werksters en wijkverpleeg
sters, in één woord: het kader
van vrouwen, die door hun so
ciale beroep in de gezinnen ko
men en vanzelfsprekend, als de
huisvrouw haar hart uitstort,
van de geldzorgen horen. Daar
naast zijn er lezingen en films
voor groepen van huisvrouwen
ingepast in de plaatselijke huis
houdelijke voorlichting. Die
geeft, om maar iets te noemen,
één middag: wassen met de nieu
we wasmiddelen en een tweede
middag: hoe maak ik een budget
of hoe reageer ik op reclame
aanbiedingen.
Weer een andere vorm zijn de