429 gelijke hoedanigheid engebruiks- bestemming. Het belang van de ruilverkaveling kan zich echter daartegen verzetten. In dat ge val kan een eigenaar in ruil voor het door hem ingebrachte ande re grond, kleiner van oppervlak te doch van betere kwaliteit of groter van oppervlakte doch van mindere kwaliteit toebedeeld krijgen. Brengt iemand woeste grond in en wordt deze ter bevorde ring van het doel der ruilverka veling en ten laste van de ruil- verkavelingskas ontgonnen, dan zal men echter deze grond niet wederom zonder meer kunnen toebedelen aan de inbrenger. Deze zou dan op een onbillijke wijze bevoordeeld worden, om dat hij slechts recht heeft op een waarde in kavels volgens de schatting. Uiteraard kan de grond wel aan hem worden toe bedeeld, doch dan tegen vergoe ding aan de ruilverkavelingskas wegens overbedeling. (wordt vervolgd)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 29