421
goederen niet tot het voorlopig
vastgestelde blok behoren, kun
nen uiterlijk veertien dagen vóór
de vergadering, onder overleg
ging van uittreksels uit het ka
daster, een schriftelijk verzoek
tot Gedeputeerde Staten richten
om hun onroerende goederen
alsnog in het blok op te nemen.
Voor het nemen van het be
sluit tot ruilverkaveling wordt
vereist de toestemming hetzij
van de meerderheid van de bij
de aanvang der vergadering bij
het kadaster bekend staande
eigenaren (of deze overleden
zijnde van hun erfgenamen) het
zij van evenbedoelde eigenaren
van onroerende goederen, welke
in kadastrale grootte tezamen
meer dan de helft van de kadas
trale grootte van het blok uit
maken.
Met betrekking tot de stem
ming geldt ie dat zij die niet aan
de stemming deelnemen geacht
worden te hebben voor gestemd
en 2e dat zij, wier verzoekschrift
tot het alsnog inbrengen van hun
onroerend goed door Gedepu
teerde Staten is ingewilligd, niet
aan de stemming behoeven deel
te nemen om reden zij in ieder
geval zonder meer geacht wor
den te hebben voorgestemd.
Besluit de meerderheid tot
ruilverkaveling dan is de min
derheid aan dat besluit gebon
den.
Wordt niet tot ruilverkave
ling besloten, dan kan echter, in
dien het algemeen belang de tot
standkoming der ruilverkaveling
dringend vordert en de toestem
ming van tenminste drievierden
van de vereiste meerderheid is
verkregen, de Minister van
Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening besluiten, dat, be
houdens beroep op de Kroon, de
ruilverkaveling zal worden uit
gevoerd alsof het besluit wel is
genomen.
Speciaal in verband met even-
genoemde bevoegdheid van de
Minister van Landbouw, Visse
rij en Voedselvoorziening is ge
steld, dat de ruilverkaveling
neerkomt op een onteigening en
dat gezien de eisen welke de
Grondwet aan een onteigening
stelt, er strijd met de Grondwet
zou bestaan. Onteigening is een
ingrijpen van de Overheid ten
behoeve van zichzelf of een an
der rechts-subject, werkzaam in
het algemeen belang. Bij ruilver
kaveling is echter geen onteige
nende partij, die het goed in
eigendom wil verkrijgen. Er
heeft alleen een onderlinge ruil
onder de eigenaren plaats van
de onroerende goederen, welke
eerst, soms vrijwillig, soms ge
dwongen, door de eigenaren zijn
ingebracht. Daarbij verleent de
Overheid voorlichting en mede
werking of oefent zij dwang uit
om de onderlinge ruilverkave
ling te bewerkstelligen. Er kan
dus bij een ruilverkaveling ge
dwongen ruil van de percelen