415 is nog eens opnieuw grondig gaan bestuderen, in welke situa tie het Amerikaanse bedrijfs leven thans verkeert, in het bij zonder ten aanzien van order portefeuilles en voorraadvor- ming. En ook al resulteerden deze laatste beschouwingen in zeer optimistische conclusies, toch blijkt men ook thans nog méér angst te hebben voor poli tieke onzekerheid dan vertrou wen in de gegeven conjunctuur voorspellingen. Natuurlijk reageerden Amster dam en alle overige Europese beurzen prompt op de koersda lingen te New York, met dien verstande dat de terugslag te Amsterdam iets minder schok kend was. New York had tot 23 September voortdurend in haussestemming geleefd, terwijl Amsterdam het hoogtepunt (6 September) al 'n paar weken achter de rug had; op die zesde September immers had de plot selinge aankondiging van de zeer grote Philips-Emissie een koers daling veroorzaakt, die ook tegen 2 5 September nog niet was in gehaald. Ook nu wij dit schrijven is de lucht nog niet opgeklaard; na een dagje met „rustige markt en onveranderde koersen" worden we 'n volgende dag weer vergast op een „zeer zwakke markt in internationale aandelen" en aan passing daaraan van de locale fondsen. De obligatiemarkt reageert in tussen nauwelijks op al deze be roering. De 334°/° staatslening 1955 II werd zoals algemeen verwacht geen succes. Mét 113 millioen van de Rijks fondsen werd het in totaal nog een uitgifte van 250 millioen; de 137 millioen uit de vrije sector zouden dan hoofdzakelijk van de spaarbanken zijn geko men. De overige institutionele beleggers, die gemakkelijker af stand kunnen doen van de cou rantheid der obligatie, consta teerden, dat zij uit onderhandse geldleningen toch altijd nog wel iets méér konden maken dan de zo krap gestelde procent van deze staatslening. En nu op wens van De Nederlandsche Bank ook de voor-financiering voor deze uitgifte beperkt moest blijven tot perioden van ten hoogste zes maanden, zat ook in deze voorfinanciering niet vol doende aantrekkelijkheid om de nieuwe lening tot een succes te maken. Hoe het er op de obligatie- markt thans uitziet (over het ge heel iets lagere koersen, mede door de emissies en de niet al te ruime geldmarkt), blijkt vrij goed uit de koersen en effectieve rendementen van de staatsfond sen, die wij maandelijks aan het einde van deze rubriek opnemen^

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 15