412
voorwaarden te geraken. In de
begroting 1956 worden ook gel
den aangevraagd om aan deze
streken meer dan gewone aan
dacht te kunnen besteden. Inten
sivering van de voorlichting en
het aanbrengen van cultuurtech
nische verbeteringen zullen in
deze gebieden moeten voeren tot
een meer rationele bedrijfsvoe
ring en zo tot verlaging van de
productiekosten. Vele millioe-
nen zijn daarom uitgetrokken
voor de Cultuurtechnische
Dienst, onder meer om subsidie
te verlenen in de kosten, verbon
den aan de uitvoering van cul
tuurtechnische werken. Voor
1956 zijn de volgende subsidie
bedragen begroot (vergeleken
met de voor 1955 toegestane be
dragen)
1,4 millioen op de begroting
geplaatst voor het verlenen van
'subsidies ten behoeve van de
bouw van boerderijen op ont-
ginningsgronden. Te betreuren
valt, dat de Regering ondanks
herhaaldelijke aandrang van de
georganiseerde landbouw niet
bereid is gebleken voor de B W
1-werken een groter bedrag uit
te werken.
In dit verband kan ook ver
meld worden, dat een deel van
de gelden, aangevraagd voor de
de bevordering van de rationali
satie op de kleine bedrijven, be
steed zal worden in de zgn. ach
tergebleven gebieden. Jammer
genoeg zal dit betekenen, dat
een kleiner bedrag beschikbaar
zal zijn voor de verbetering van
de positie van kleine boeren in
'956
1955
A i-vverken (ruilverkavelingen)
33 millioen
11V2 millioen
A 2-werken (cultuurt. werken van gemeenten,
waterschappen, enz.)
15 millioen
8 millioen
BW 1-wei ken (zgn. boerenwerken zonderIoon-
contröle)
3 millioen
3 millioen
BW 2-werken (boerenwerken met looncon-
tróle)
6 millioen
J 8 millioen
Domeinwerken ruim
1 millioen
millioen
1 0 t a a 1 ruim
58 millioen
42^ millioen
In deze 33 millioen voor
ruilverkavelingswerken is ook
begrepen een bedrag van 2
millioen voor subsidieverlening
in verband met boerderij-bouw
en -verplaatsing in ruilverkave-
Iingsgebieden. Daarnaast is nog
de rest van het land. De Minis
ter wijst erop, dat vaak een on
derlinge samenhang bestaat tus
sen de toestand van de produc
tie-omstandigheden en de men
tale instelling van de boeren. De
levenshouding van de boeren in