f 386 den op schitterende wijze was verricht. De waarlijk mooie feestvie ring werd besloten met een ge zellige avond, welke nog lang in het geheugen van de aanwe zigen zal voortleven. Het gouden jubileum van de Boerenleenbank te Panningen Op 12 Juli 1955 vierde de boerenleenbank Panningen on der belangstelling van de gehele plaatselijke gemeenschap haar gouden bestaansfeest. De plech tige II. Mis uit dankbaarheid werd opgedragen door Pastoor Kellenaers met assistentie van de Zeereerw. Heren Pastoors van Basten-Batenburg van Beringen en Tindemans van de Grashoek. Pastoor Kellenaers wees in zijn feestpredicatie op de grote so ciale betekenis van het boeren- leenbankwerk voor de gehele gemeenschap. De receptie vond hierna plaats in het parochiehuis. Hier werd het woord gevoerd door Direc teur Mr. Claessens van de Cen trale Bank. Mr. Claessens sprak op de eerste plaats zijn geluk wensen uit namens de Voorzit ter de Heer A. N. Fleskens en de gehele directie van de Cen trale Bank. Daarna memoreerde hij de snelle groei van de boe renleenbank, welke in de afge lopen vijftig jaren is uitgegroeid tot een van de krachtigste boe renleenbanken uit de gehele or ganisatie. Zijn bijzondere geluk wensen gingen verder naar de nog in leven zijnde oprichters van de boerenleenbank. Speciaal richtte hij zich hier tot de heer G. Kusters, medeoprichter van de boerenleenbank en geduren de 50 jaar bestuurslid, waarvan de laatste jaren als ere-lid. In hem wilde spreker de oprichters eren, die vijftig jaren geleden onder moeilijke omstandigheden de moed hadden opgebracht om zo'n belangrijk werk te onder nemen. Als blijvende herinne ring overhandigde hij aan de heer G. Kusters een gouden me daille met opdracht vanwege de Centrale Bank. Na een geluk wens te hebben gericht tot de andere oprichters en de heer M. Steeghs, welke tevens het vijf entwintig jarig bestuursjubileum vierde, richtte Mr. Claessens zich in het bijzonder tot de kas sier en de ruim 500 leden, aan wier ijver en medewerking de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 26