3 «5
Het gouden Jeest van de Boerenleenbank
te Akersloot
Op 12 Mei 1955 vierde de
boerenleenbank Akersloot onder
grote belangstelling haar gouden
bestaansfeest. Na de plechtige
H. Mis in de parochiekerk ver
enigden zich leden en genodig
den aan een feestelijk ontbijt.
De heer W. Swart, President
van de Raad van Toezicht,
maakte in een korte toespraak
duidelijk, wat er zoal in de afge
lopen vijftig jaren gepresteerd
werd. Vervolgens bracht hij
dank aan de oprichters, in het
bijzonder aan de heren D. Schut
Cz. en J. Buur, welke beiden
als oud-bestuursleden nog veel
plezier van hun doorzetten heb
ben mogen beleven. Mogen zij
die in de komende vijftig jaren
de leiding van de boerenleen
bank zullen hebben, deze even
als in het verleden weten te ge
bruiken tot voorspoed en zegen
voor geheel de plaatselijke ge
meenschap.
De heer J. Erkelens bracht
namens de Directie van de Cen
trale Bank zijn gelukwensen
over en sprak zijn waardering
uit voor het voorzichtige en
doeltreffende beheer, dat door
boerenleenbank Akersloot steeds
was gevoerd. Hierna benutte
spreker de aanwezigheid van de
dames om ook aan hen de grote
betekenis van het boerenlcen-
bankwerk duidelijk te maken en
verzocht hen om meer nog dan
in het verleden van de vele goe
de diensten van de boerenleen
bank gebruik te maken.
Op de receptie werd het
woord gevoerd door de heer J.
B. van Kampen, lid van de Raad
van Toezicht van de Centrale
Bank, die in duidelijke bewoor
dingen aantoonde, wat er met
gestaag volhouden en eensgezin
de samenwerking bereikt kon
worden, terwijl hij tevens zijn
beste wensen uitsprak voor de
toekomst.
Pastoor van de Berg roemde
in zijn toespraak vooral de goe
de Christelijke geest, die steeds
in het werk van de beheerders
tot uitdrukking kwam en wenste
de boerenleenbank Gods besten
Zegen voor haar belangrijke
werk.
Nadat nog door verschillende
afgevaardigden van de omlig
gende boerenleenbanken het
woord gevoerd hadden, sprak
de heer W. Swart woorden van
dank voor de belangstelling en
de prachtige bloemenhulde, wel
ke aan de boerenleenbank ge
bracht was. In het bijzonder
bracht hij dank aan de heer B.
Kerssens, als oud-kassier, voor
het vele werk dat door hem on
der vaak moeilijke omstandighe-