37^ ontstaat. Iets anders ligt het bij de grootboeken of rekening- kaarten der voorschotten, di verse rekeningen en rente, pro visie en kosten. Vooral bij de rekeningkaarten IV A en IV B wordt bij de inspectie nogal eens een min of meer ernstige achterstand geconstateerd. En waarom? Het werk moet toch gebeuren. Laten wij het daarom dagelijks bijhouden. 2. De controle op de over boeking van de dagboek- posten naar de grootboeken Wij moeten erop bedacht zijn, dat zelfs een kassier nog fouten kan maken. En wanneer hij het gehele jaar op zich zelf vertrouwd, dan plukt hij daar van bij het kloppend maken van jaaruittreksels de wrange vruch ten. Dat moeten wij voorko men. Direct na de jaarafsluiting komt er toch al zoveel werk op de kassier af, dat hij nauwelijks de tijd kan vinden om het ge hele afgelopen jaar te contro leren. Bij de rekeningkaarten van de spaarbank controleren wij de overboeking op heel eenvoudige wijze direct na elke zitting. Wij houden de rekeningkaarten, waarop tijdens de zitting boe kingen hebben plaats gevonden, buiten de kaartenbak. Zodra de zitting is afgelopen, tellen wij met behulp van de telmachine vanaf de kaarten de inlagen en terugbetalingen van de desbe treffende zitting en vergelijken deze beide totalen met het ver schil in de tellingen van de ru briek Spaarbank in het dagboek vóór en na de zitting. Boven dien tellen wij van deze kaarten de saldi, zoals deze waren vóór en na de zitting. Het totaal van de saldi vóór de zitting plus het totaalbedrag van de inlagen min het totaalbedrag van de terug betalingen vormt het totaalbe drag van de saldi na de zitting. Op deze wijze hebben wij een gemakkelijke en vrijwel afdoen de controle op eventuele fouten bij het optellen en aftrekken op de rekeningkaarten. Na de con trole worden de kaarten weer in de kaartenbak op hun plaats gezet. Als sluitstuk maken wij per het einde van elke maand een tellingen- en saldistaat van de spaarbank. Dit kan geschie den door middel van de daar voor speciaal ingerichte formu lieren B. 155 en B. 156 of met behulp van een schrijvende tel machine. Wij bevelen hiervoor circulaire no. 638 dd. 29 April jl. ter lezing aan. Voor de grootboeken II, IIIA en IIIB maken wij per het einde van elke maand een tellingen en saldistaat op als bijlage van de maandstaat.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 16