3°2 ren-vraagstuk op de zandgron den (1954, pag. 14-15). Ook de emigratie van anderen opent in dit verband mogelijkheden. Ook kan de boer op een klein bedrijf van 6 a 7 HA in de richting gaan van een eventueel verdere intensivering van zijn bedrijf om zodoende een voldoende inko men te verwerven. Op de wat grotere bedrijven, b.v. van 6 a 7 tot 12 HA zal de boer met nog geen medewer kende kinderen ofwel èèn be taalde arbeidskracht moeten aanhouden en dan is er reeds uit dien hoofde een noodzaak tot intensivering ofwel tot een betrekkelijk extensieve be drijfsvoering moeten overgaan met de noodzaak van een zekere rationalisatie. Zowel intensivering als ratio nalisatie zullen gepaard gaan met investeringen, die financie ringsmiddelen vragen (uitbrei ding en modernisering van be drijfsgebouwen, uitbreiding en verbetering van de veestapel, aanschaf van machines en werk tuigen). De sociale evolutie ten platte- lande in het algemeen, waarbij de sociale verzekering denk aan de komende bodempen sioenregeling en het feit, dat de boeren ook meer en meer tot levens- of pensioenverzekering komen, een rol spelen, en de emigratie in het bijzonder, zul len het kapitaalverkeer verleven digen, d.w.z. een spoediger overgang van bedrijven bevor deren. Voor de meer kapitaal krachtige ouderen zullen veelal in de plaats komen de minder kapitaalkrachtige jongeren, waarbij rekening moet worden gehouden met het losser worden van het familieverband als ge volg waarvan bij een grotere be roepsmobiliteit, ook in de krin gen van de kleine boerengezin nen, veel kapitaal uit de land bouw zal vloeien. Voor dege nen, die in de landbouw blijven, brengt zulks mede een toene mende behoefte aan financie ringsmiddelen. Nu kan men wel een zuiver economische redene ring opzetten: het bedrijf is het paard, dat de haver nodig heeft en derhalve moet de financie ring van het bedrijf de voor rang hebben. Men houdt echter ook ten plattelande de sociale ontwikkeling niet tegen. Kan men zich voorstellen, dat een boer, die zich met modern gerei installeert in een boerderij van 150 jaar oud blijft wonen? Zou de boerin het misschien vandaag nog wel kunnen opbrengen, de jongeren zeker niet meer. Eco nomische en sociale ontwikke ling gaan hand in hand. Dat is het proces dat wij, gegeven de structurele, de conjuncturele en de sociale situatie, ten platte lande op volle gang zien.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 6