352
jongeren spreekt dit niet zo erg
meer. Over vijf jaren is het be
heerderscorps voor een groot
gedeelte jongere krachten en
zal daarbij een zo groot moge
lijke belangstelling moeten zijn
aangekweekt, voor zover deze
niet reeds aanwezig mocht zijn.
De bespreking met de beheer
ders naar aanleiding van de in
spectie, is in deze al van groot
belang. Mogelijk zou hieraan
nog kunnen worden toegevoegd,
het eens per jaar bijwonen van
een gecombineerde bestuurs- en
raad van toezichtvergadering
van de plaatselijke banken door
een inspecteur. Bij deze gelegen
heid zou de inspecteur nog eens
extra kunnen wijzen op de be
langen voor de dorpsgemeen
schap van een goede boerenleen
bank in verband met feiten, die
zich hebben voorgedaan sedert
het vorige bezoek, zoals b.v. het
venten met hypotheken door de
levens verzekerings maatschappij
en, natuurlijk gekoppeld aan een
levensverzekering en de circu
laire, die in Twente verspreid
werd voor het sparen voor ruil-
verkavelingsgelden enz. Wijst
ook het feit, dat zo goed als
geen waardering voor het vele
voorbereidende werk van de
statutenwijziging werd gespro
ken, niet op een zekere apathie
en dat men gaat redeneren: De
C.C.B. bekijkt wel wat kan of
niet kan, daarin speelt onze stem
of mening toch geen rol. Of was
iedereen zo goed op de hoogte
van het voor en tegen dat er
daarom niets meer over te zeg
gen viel? Maar dan was een
woord van waardering toch nog
wel op zijn plaats geweest. Wij
herinneren ons in deze nog, hoe
enkele jaren geleden een afge
vaardigde de vraag stelde, of de
beheerders niet door het perso
neel geregeerd worden. Naar
mate de beheerders minder ken
nis van en belangstelling voor
het boerenleenbankwerk krijgen,
zal het gevoel dat zij door het
personeel geregeerd worden,
sterker worden. Mocht dit ge
voel overwegend worden, dan
zou dit een ramp voor onze boe
renleenbanken worden.
3 e. De duur der vergade
ring. Alle respect voor die ban
ken en die afgevaardigden, die
met voorstellen durven komen.
Zou het de algemene vergade
ring niet ten goede komen, dat
voorstellen van een plaatselijke
bank eerst grondig op de voor
jaarscursus werden besproken
en indien men ze, na deze be
spreking, zonder overname dooi
de C.C.B.wenst te handhaven,
deze voorstellen met toelichting
door de C.C.B. en de betrokken
boerenleenbank, voor de verga
dering schriftelijk aan de aange
sloten banken te doen toekomen,
zodat zij ter algemene vergade
ring vlotter afgehandeld zouden
kunnen worden,