339
Burgerlijk Wetboek staat dan
ook bepaald, dat een legataris,
wanneer een deel van het ver
maakte goed moet worden inge
kort en dit goed niet gevoeglijk
kan worden verdeeld, het goed
kan behouden, mits hij in geld
oplegt hetgeen aan de (andere)
legitimarissen toekomt. Wordt
deze bepaling wet, dan zullen
ouders door het bedrijf aan de
de daarop werkzaam zijnde zoon
te legateren niet alleen een ver
snippering van het bedrijf kun
nen voorkomen doch tevens
kunnen bewerkstelligen, dat de
toekomstverwachtingen van die
zoon in vervulling gaan. Boven
dien kent het Wetsontwerp voor
een nieuw Burgerlijk Wetboek
nog een regeling voor het geval
de ouders met betrekking tot het
bedrijf geen beschikkingen heb
ben getroffen. Wensen de ande
re kinderen het bedrijf niet toe
te scheiden aan hem, die daar
op toch eigenlijk het meeste
recht heeft, dan kan de rechter
de wijze van verdeling gelasten.
Hij houdt daarbij rekening niet
alleen met de belangen van par
tijen maar ook met het algemeen
belang. Rn het algemeen belang
zal toch meestal wel eisen, dat
in ieder geval een versnippering
van het bedrijf wordt voorko
men. Deze twee bepalingen van
genoemd Wetsontwerp zullen,
nadat zij kracht van wet hebben
verkregen, ongetwijfeld een goe
de exploitatie van landbouwbe
drijven bevorderen.
Ook een ondoelmatige split
sing in gebruik kan, althans voor
de toekomst, worden voorko
men. De Wet Vervreemding
Landbouwgronden beheerst in
dat opzicht, zoals uit het voren
staande is gebleken, ook de ves
tiging, wijziging, verlenging of
overdracht van zakelijke ge
bruiksrechten op land. In het
pachtrecht bestaat in deze nog
een leemte, welke leemte echter
in het Wetsontwerp houdende
nieuwe regeling van de pacht is
aangevuld. Volgens dit ontwerp
zullen pachtovereenkomsten niet
meer kunnen worden goedge
keurd wanneer zij zouden leiden
tot een ondoelmatige verkave
ling of een ondoelmatige ligging
van het land ten opzichte van
de bedrijfsgebouwen of van de
woning en tot een zodanige ge
ringe bedrijfsgrootte, dat de
pachter zijn volle arbeidskracht
op het bedrijf niet productief
kan maken.
Wij geloven, dat met boven
staande regelingen een sluitend
geheel van maatregelen wordt
verkregen, waarmede voor de
toekomst het ontstaan van on
rendabele bedrijven kan worden
tegengegaan.
Voor bestaande wantoestan
den wil de nieuwe op 15 Fe
bruari 1955 in werking getre
den Wet op de Ruilverkaveling