338 gens worden percelen, die ver afgelegen zijn meestal niet ge bezigd voor die vorm van bo demcultuur, waarvoor zij het meest geschikt zijn; zij worden b.v. gebruikt voor hooiland, ter wijl de grond zich zeer goed zou lenen voor akkerbouw. Bo vendien heeft een slechte ver kavelingstoestand meestal ten gevolge een slecht ontwaterings stelsel en een slecht wegennet, omdat het aanleggen van een doelmatig net van waterlossin- gen en wegen practisch onmo gelijk is bij een slechte verkave ling. De Wet Vervreemding Landbouwgronden tracht te voorkomen, dat overeenkomsten tot overdracht van land- en tuin- bouwgronden en tot vestiging, wijziging, verlenging of over dracht van een zakelijk gebruiks recht op land- en tuinbo^w- gronden zullen leiden tot een ondoelmatige verkaveling of een ondoelmatige ligging van het land ten opzichte van de be drijfsgebouwen, tot een zodani ge bedrijfsgrootte, dat de onder nemer zijn volledige arbeids kracht op het bedrijf niet pro ductief kan maken, tot gebruik van land ter verkrijging van ne veninkomsten anders dan voor zelfvoorziening en tot afschei ding van het land van de gebou wen, voorzover daardoor een goede exploitatie van het land, van de gebouwen of van beide ernstig wordt geschaad. De Wet Vervreemding Landbouwgron den heeft echter geen bemoeie nis met bestaande te kleine be drijven, met in het verleden ont stane ondoelmatige verkavelin gen enz. Zij kan dus niet in grijpen in bestaande toestanden. Evenmin kan de Wet Ver vreemding Landbouwgronden ondoelmatige versnipperingen tengevolge van het erfrecht voorkomen. In verband met dit laatste zouden wij ook willen wijzen op de onbillijke situatie, welke kan ontstaan voor een zoon, die op het bedrijf van zijn ouders werkzaam is, zonder pachter daarvan te zijn. Bij het overlijden van de ouders heeft hij geen recht op pachtbescher- ming, waardoor hem hij moei lijkheden met de andere kinde ren het gebruik van de grond kan worden ontnomen. Bij de behandeling van diverse vraag punten met betrekking tot het op stapel staande nieuwe Bur gerlijk Wetboek is door de Sta- ten-Generaal dan ook terecht als conclusie aanvaard, dat niet ie der kind zijn erfdeel steeds in goederen hehoeft te ontvangen. De Staten-Generaal wensten dus voor de ouders de mogelijkheid te openen een bepaald erfgoed aan één der kinderen, in casu de op het bedrijf werkzaam zijnde zoon, te vermaken zonder dat de andere kinderen hun deel daarin kunnen opvorderen. In het Wetsontwerp voor een nieuw

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 42