Qetd-w Kapikialmacit Kijk hebben óp en rekening houden mét de toekomst vormt het wezen van een goed beleid (gouvcrner c'est prévoir). Dit geldt voor iedere vorm van be stuur en zo is het ook de basis van een goed beleid in beleg gingszaken. Dat een vooruitzien de blik alléén niet voldoende is om als beleidsman op de voor grond te treden, is zonder meer duidelijk: voor een succesvol be leid is behalve dat inzicht in de toekomst ook nodig, dat men beschikt over de middelen, waar mede het beleid kan worden af gestemd op de voorziene toe komst. Zo kunnen de feitelijke omstandigheden van het ogen blik het soms zelfs onmogelijk maken, een noodzakelijk geacht en duidelijk uitgestippeld werk schema uit te voeren. In het beleggingsbedrijf zijn de beleidsproblemen minder fre quent doch per geval zwaarder wegend wanneer het gaat om uitzettingen voor lange termijn dan het geval is bij de liquidi teitenbelegging. Minder frequent doordat de beslissingen voor be legging op lange termijn meest al voor grote bedragen tegelijk en uiteraard voor vele jaren ineens moeten worden genomen. Zwaarder wegend, omdat de eens genomen beslissing als re gel vele jaren lang doorwerkt en vaak moeilijk of slechts tegen hoge kosten kan worden gecor rigeerd door het aanbrengen van wijzigingen in de eenmaal opge bouwde portefeuille. Behalve door rendementseisen (de feite lijke opbrengst van de uitgezette gelden zal zo hoog mogelijk dienen te zijn, waarbij ook fis cale problemen nog een rol ple gen te spelen) wordt het beleid bij belegging voor lange termijn hoofdzakelijk bepaald door de eis van solvabiliteit: de hoofd sommen der uitgezette gelden zullen te zijner tijd intact moe ten terugvloeien en zo kan men geen twijfelachtige, laat staan „kwade" posten in zijn porte feuille dulden. Bij belegging in de geldmarkt sfeer wordt het beleid zeker niet in hoofdzaak bepaald door het afwegen tegen elkaar van rende menten en solvabiliteit van de verschillende beleggingsobjec ten. Rentekweken ook uit deze slechts voor beperkte tijd be schikbare middelen is uiteraard een noodzaak, doch ten aanzien van de hoogte ervan is men zo zeer van het totale marktbeeld

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 38