332
gelijking met het voorontwerp
van enige jaren geleden: de doel
stellingen zijn juister omschre
ven en de afbakening van be
voegdheden tussen Regering en
publiekrechtelijke organen (de
nieuwe bedrijf- en product
schappen) is verbeterd. Invoe
ring van de Landbouwwet bete
kent niet, dat boeren en tuinders
dan zeker kunnen zijn van een
hen bevredigende landbouwpoli
tiek, maar wel dat de Regering
beschikt over de bevoegdheden,
welke voor het voeren van een
dergelijke politiek noodzakelijk
zijn.
Tenslotte het Voorontwerp
ln-, Uit- en Doorvoer. In het
ontwerp-Landbouwwet wordt
in een afzonderlijk hoofdstuk
aan de Regering de bevoegdheid
verleend maatregelen ten aan
zien van de in- en uitvoer te
treffen, b.v. door te bepalen dat
in- of uitvoer zonder vergun
ning van de Minister niet is toe
gestaan, dat bij in- of uitvoer
een heffing moet worden be
taald, dat bij uitvoer een resti
tutie zal worden verleend enz.
Dit hoofdstuk zal komen te
vervallen, wanneer een algeme
ne In-, Uit- en Doorvoerwet in
werking treedt. In het nu gepu
bliceerde voorontwerp is n.1.
voorgesteld aan de Regering de
bevoegdheid te geven allerlei
maatregelen ten aanzien van in-
en uitvoer te treffen, niet alleen
voor wat betreft agrarische of
voed sel voorzie n i n gs pro duc ten
maar ook betreffende industriële
producten en grondstoffen. Als
er een dergelijke wet welke
ook het karakter van een mach
tigingswet zal hebben is, zul
len in- en uitvoermaatregelen op
agrarisch terrein, door de Rege
ring getroffen, niet gebaseerd
zijn op de Landbouwwet, maar
op deze In-, Uit- en Doorvoer
wet.
De Regering is met dit voor
ontwerp gekomen, omdat zij
ook ten aanzien van niet-agrari-
sche producten over ruime be
voegdheden wil beschikken om
zo nodig en naargelang de om
standigheden de passende in- en
uitvoermaatregelen te kunnen
treffen. Zo wil de Regering in
staat zijn tegenmaatregelen te
treffen, wanneer op de Neder
landse markt producten tegen
dumpingprijzen worden inge
voerd tot grote schade voor
binnenlandse bedrijven, of om
aan een jonge industrie een tij
delijke bescherming te geven.
In hoeverre boeren en tuinders
met zo'n wet gebaat zullen zijn,
zal grootdeels afhangen van de
wijze, waarop de Regering ge
bruik zal maken van de haar in
de wet verleende bevoegdheden.
