33 Nu het ontwerp-Landbouw- wet. Beoogd wordt de nieuwe Landbouwwet in de plaats te doen treden van de huidige landbouw- en voorzieningswet geving, welke tot stand kwam met het oog op bijzondere ab normale omstandigheden van crisis en oorlog (vooral Land- bouwcrisiswet, Voedselvoorzie- ningsbesluit); tegelijkertijd zou de nieuwe wet een goede afba kening van bevoegdheden tussen Centrale Overheid en de nieuwe publiekrechtelijke organen moe ten brengen. De nieuwe wet zal een zoge naamde machtigingswet wor den: aan de Regering worden bevoegdheden verleend, welke zij onder zekere voorwaarden kan hanteren, wanneer de om standigheden hiertoe voldoende aanleiding geven, om de land en tuinbouw te helpen of de voedselvoorziening van het Ne derlandse volk te verzekeren. De Regering wil over ruime be voegdheden beschikken, omdat de omstandigheden snel kunnen veranderen en vandaag van deze maatregel en morgen van een geheel andere maatregel het meeste resultaat verwacht kan worden. Zij acht het niet moge lijk telkens vooraf de toestem ming van de Staten-Generaal te moeten vragen, voordat zij op het terrein van land- en tuin bouw tot het treffen van een maatregel mag overgaan. En eveneens acht de Regering dit in afwijking van het advies, door de meerderheid van de Sociaal-Economische Raad uit gebracht een regeling niet uitvoerbaar, welke de Regering zou verplichten, nadat zij een maatregel getroffen had, deze ter goedkeuring aan het Parle ment voor te leggen. Hierover zal in de a.s. parle mentaire behandeling nog heel veel te doen zijn. De Regering beroept zich erop, dat de erva ringen van vele jaren hebben ge leerd, dat een goed landbouw beleid niet mogelijk is wanneer niet op zeer korte termijn maat regelen van allerlei aard geno men kunnen worden en bij verandering van de situatie weer spoedig gewijzigd of afge schaft kunnen worden. Het stel len van de voorwaarde dat elke regeringsmaatregel op dit ter rein vooraf of achteraf door het Parlement moet worden goedge keurd, zou niet alleen een over belasting van het Parlement be tekenen, aldus de Regering, doch ook een feitelijke onmoge lijkheid zijn of tot een paskwil leiden. De Staten-Generaal zou den immers nagenoeg steeds niets anders kunnen doen dan een overheidsmaatregel achteraf goedkeuren, ook al zouden zij er overwegende bezwaren tegen hebben. Dit wetsontwerp is in menig opzicht een verbetering in ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 35