328 credietmogelijkheden gelden be paalde maxima, meestal van resp. 3.000,en 1.000, De oplossing, die uiteraard nog besproken en onderzocht moet worden, zou deze kunnen zijn, dat bedoelde maxima hoger worden gesteld voor het geval de vermogens- en inkomstencij- fers door het Landbouwboek- houdbureau opgemaakt worden overgelegd. Blijft het bezwaar bestaan, dat velen er niet meer voor zullen gevoelen om juist deze cijfers aan de plaatselijke boerenleenbank over te leggen. Is ook daarvoor een oplossing mogelijk, b.v. met inschakeling van de Centrale Bank? Het is geen eenvoudige kwestie, die vooral uit organisatorisch oog punt moet worden bezien. Im mers, niet getornd mag worden aan het beginsel, dat de beheer ders der plaatselijke banken zelf verantwoordelijk zijn en moeten blijven voor de crediet- en voor schotverlening der boerenleen banken. De vraag kan worden gesteld, of daarmede verenig baar zou zijn een stelsel, waarbij de crediet- en voorschotaanvra- ge wordt beoordeeld door de beheerders op grond van hun bekendheid met de persoon van aanvrager en van zijn bedrijf, waarna tot verlening zou kun nen worden overgegaan, onder voorwaarde, dat cijfers door het Boekhoudbureau worden over gelegd, waarbij de mogelijkheid zou kunnen worden opengelaten deze cijfers door het Boekhoud bureau aan de Centrale Bank te laten verstrekken. In dit laatste geval zou het crediet of voor schot kunnen worden verleend, onder voorwaarde dat naar het oordeel van de Centrale Bank de verlening van het gevraagde crediet of voorschot door de cij fers wordt gerechtvaardigd. Uiteraard zou deze weg kunnen worden bewandeld, uitsluitend in die gevallen, waarin de be heerders van de boerenleenbank daarmede genoegen nemen. En het crediet of voorschot zou uit sluitend dan kunnen worden verleend, indien de beheerders zulks verantwoord achten, zelfs zonder de cijfers van het Boek houdbureau te hebben gezien. Natuurlijk blijven wij de voorkeur geven aan de gewone procedure, waarbij alle voor de beoordeling van een crediet- of voorschotaanvrage benodigde gegevens gewoon aan de plaat selijke boerenleenbank worden overgelegd. Het komt ons voor, dat wij niet alleen de onjuiste voorlich ting in het jaarverslag van de Friese Landbouwboekhouding hebben rechtgezet doch tevens voldoende stof hebben geboden voor een gesprek met de Land- bouwboekhoudbureaux alsmede voor reactie uit de kringen van onze boerenleenbanken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 32