maakt juist voor deze mensen
de gang naar de boerenleenbank
gemakkelijk. Zij behoeven zich
dan immers niet verder bloot te
geven dan wat de aangeboden
zekerheden betreft.
En nu het andere bezwaar:
„de soesah van de zekerheids
stellingen". In dat verband
wordt het fabeltje opgevoerd,
dat „boeren op gepacht land met
een weidebedrijf van 30 HA, die
een inspan van 30.000,hun
onbezwaard eigendom kunnen
noemen, niet anders crediet bij
de boerenleenbank zouden kun
nen krijgen, dan indien zij twee
borgen bereid vinden hun hand
tekening te zetten als zij een
paar duizend gulden willen le
nen". Dit fabeltje is ook al eens
verteld in de Tweede Kamer-
van de Staten Generaal, toen bij
de behandeling van vraagpunten
omtrent het nieuw te stellen
recht, de Tweede Kamer de kans
liet voorbijgaan om de over
dracht tot zekerheid van roerend
goed een betere rechtsbasis te
verschalfen, waardoor de cre-
dietgevers ook tegenover derden
beschermd zouden worden, in
dien zij het pand in gebruik la
ten bij de debiteur. Desondanks
hebben de boerenleenbanken de
overdracht tot zekerheid van
roerend goed evenals van vorde
ringen uitdrukkelijk erkend en
wordt daarvan een toenemend
gebruik gemaakt.
In het in het jaarverslag van
de Friese Landbouwboekhou
ding gestelde geval kan derhalve
voorschot of crediet worden op
genomen tegen cessie van vee
stapel of van inventaris. Ook
komt meer en meer in zwang
het systeem van seizoenscrediet
alleen tegen cessie van veiling-
of melkgelden. Op dit punt zijn
door onze Centrale Bank met
een aantal boerenleenbanken bij
zondere regelingen getroffen
juist met de bedoeling de for
maliteiten bij deze seizoenscre-
lietverlening tot een minimum
te beperken. Slechts voor zover
na een half jaar zulk een voor
schot niet geheel is afbetaald uit
de bedrijfsopbrengsten, dient
andere passende zekerheid te
worden gesteld.
Nu wil men klaarblijkelijk
nog verder gaan en de weg op
van het blanco crediet. Nu komt
inderdaad de „bocrenspaarbank"
om de hoek kijken. De boeren
leenbanken kennen alleen „door
zekerheid gedekte credieten of
voorschotten" tenzij het een
landbouwcoöperatie of land
bouwinstelling betreft. En wij
vragen ons in dit verband af, of
inderdaad de boerenleenbank
als boerenspaarbank zo'n op
gang zou hebben gemaakt (de
boerenleenbankorganisaties zijn
de grootste spaarinstellingen van
het land, waaraan meer dan 2
milliard aan spaargelden zijn