240 wijziging, zowel van de aange sloten boerenleenbanken als van de Centrale Bank, vormde de hoofdschotel. De desbetreffende voorstellen werden niet zonder discussie aanvaard en daarover kan men zich slechts verheugen. Bij het voorstel inzake de uit breiding van de werkingssfeer van de Centrale Bank werd vooral door de banken uit het Westland met genoegen kennis genomen van de verklaring, dat het bestuur zich op het stand punt stelt, dat de Algemene Ver gadering dient te worden gekend in iedere nieuwe ontwikkeling op het gebied van financierings transacties met het buitenland. Daaraan was voorafgegaan de verklaring, dat voorshands alleen van de nieuwe mogelijkheden zou worden gebruik gemaakt voor beleggingsleningen in het buitenland (guldensleningen van buitenlandse overheidslichamen) en op beperkte schaal voor emigrantenfinanciering, en dat geenszins beoogd werd crediet- verlening door de Centrale Bank ter financiering van de buiten landse land- en tuinbouw in 't algemeen. Het voorstel inzake de uitbrei ding van de verplichte deelne ming in het aandelenkapitaal van de Centrale Bank gaf tot een in teressante discussie aanleiding. Het Westland voerde het pleit voor een regeling, waarbij deze verplichting ook naar beneden zou worden aangepast bij blij vende vermindering van het ba lanstotaal van een boerenleen bank. De oplossing werd hierin gevonden, dat werd vastgelegd, dat de Centrale Bank goedkeu ring niet kan onthouden aan een overdracht van bij een boeren leenbank overtollige aandelen aan een boerenleenbank, die voor uitbreiding van haar deelneming in het aandelenkapitaal van de Centrale Bank in aanmerking komt. De enkele verandering van het woordje „kan" in „zal" bleek aan allen bevrediging te geven. De leeftijdsgrens voor leden van Bestuur en Raad van Toe zicht, zowel bij de Centrale Bank als bij de aangesloten boeren leenbanken, werd zonder meer geaccepteerd. Ook de Vergade ring zag, evenmin als het Be stuur, geen heil in het voorge stelde amendement, dat in de desbetreffende artikelen zou worden toegevoegd, dat bij ver kiezingen alleen de geschiktheid van de candidaten in aanmerking zou dienen te komen. Dit werd vanzelfsprekend geacht. Het voorstel tot uitbreiding van de werkingssfeer van de boerenleenbanken gaf nog wel tot enige discussie aanleiding. Machtig maar weinig doeltref-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 4