276
8393 van de Maandelijkse Me
dedelingen van December 1951
no. 381.
In het bovenstaande hadden
wij, zoals is aangegeven, het oog
op de vaste kassen. De verrol
bare kas vindt echter steeds meer
en meer toepassing. Ons is de
vraag gesteld, of hetgeen wij
met betrekking tot het bouwen
van vaste kassen hebben gezegd,
ook geldt voor de verrolbare
kassen. Rangschikt men onder
de verrolbare kassen ook die
kassen, waarvan alleen de kap
pen verrolbaar zijn, dan kan ge
zegd worden, dat met betrek
king tot laatstbedoelde „verrol
bare" kassen hetzelfde geldt als
voor de vaste kassen. Wanneer
wij in dit artikel dus spreken
van verrolbare kassen, dan heb
ben wij alleen die kassen op het
oog, waarvan de bovenbouw in
haar geheel verrolbaar is. Voorts
is onze mening gevraagd over de
kwestie van het al dan niet ver
eist zijn van een bouwvergun
ning voor het stichten van ver
rolbare kassen. Tenslotte zal het
probleem van eventuele verwar
mingsinstallaties in kassen be
handeld worden.
Wij beginnen met het weer
geven van onze visie over het
al dan niet vereist zijn van een
bouwvergunning.
Bouwvergunning
De Woningwet bepaalt, dat
het zonder schriftelijke vergun
ning van Burgemeester en Wet
houders verboden is een ge
bouw te stichten. Deze Wet
geeft echter geen antwoord op
de vraag, wat onder gebouw
moet worden verstaan. Volgens
de rechtspraak moet aan het
woord „gebouw" de betekenis
worden toegekend, welke daar
aan naar het gewone spraakge
bruik toekomt. Wat dus in het
dagelijks leven als gebouw
wordt aangemerkt, gekit voor de
Woningwet ook als gebouw. Dat
men in het dagelijks leven een
vaste kas als een gebouw be
schouwt, is niet voor twijfel vat
baar. Het is evenwel denkbaar,
dat het gewone spraakgebruik
een verrolbare kas, welke althans
wat de bovenbouw betreft niet
aan de grond, waarop zij zich
bevindt, gebonden is, niet als
gebouw aanmerkt. Doch het is
hoogst twijfelachtig, of de recht
spraak haar sanctie aan dat
spraakgebruik zal hechten. De
Hoge Raad heeft namelijk voor
zoveel de toepassing van de Wo
ningwet betreft beslist, dat het
zijn van uitneembaar en ver
plaatsbaar en het niet aan de
grond verbonden zijn geenszins
aan een opstal het kenmerk „ge
bouw" ontneemt. Ons advies in
deze luidt dan ook, dat men ter
voorkoming van grote onaange
naamheden niet tot het stichten
van verrolbare kassen moet
overgaan, alvorens men zich in