275 toebehoort, is er ongetwijfeld. Wij menen dan ook ons uit gangspunt volledig te kunnen handhaven en willen met nadruk er nog eens op wijzen, dat pach ters, die warenhuizen en serres gaan stichten, ervoor hebben zorg te dragen, dat tussen hen en de verpachters een regeling tot stand komt, welke de pach ter zo afdoende mogelijk de be schikking waarborgt over de waarde van hetgeen door hem is gebouwd. Deze regeling is de combinatie van pacht met het recht van opstal. (Modellen voor een acte van verlening van het recht van opstal in combinatie met pacht zijn bij ons op aan vraag verkrijgbaar). Hypotheken op de grond gevestigd na de ves tiging van het recht van opstal kunnen de pachter-opstalhouder tijdens de duur van zijn recht niet deren; hij kan ondanks deze hypotheken zolang zijn recht van opstal duurt het gebouwde afbreken; eindigt dit recht b.v. op 31 October van enig jaar, dan kan de pachter dus op die datum nog afscheiden en zich toeëigenen. Doet hij zulks niet, dan wordt de verpachter op 1 November eigenaar en vallen de kassen wel onder de vóór als na de verkrijging van het recht van opstal gevestigde hypotheken. Afbreken en zich toeëigenen kan de gewezen pachter-opstalhou der dan niet meer, doch hij zal genoegen hebben te nemen met vergoeding van de waarde. Hij heeft het dus tot op de laatste dag van zijn opstalrecht geheel in eigen hand. Drukken er ech ter vóór de vestiging van het recht van opstal reeds hypothe ken op de grond dan is het later gevestigde opstalrecht ten aan zien van de houders van deze hypotheken nietig. Gaan deze tot executie over, dan verkopen zij de hun verbonden volle ei gendom, waardoor het later ge vestigde opstalrecht vervalt. Dit risico kan door een pachter uiteraard niet genomen worden. Wil een pachter gaan bouwen onder vestiging van een recht van opstal, dan zal hij eerst ten hypotheekkantore een onder zoek hebben in te stellen naar de bezwaardheid van de grond. Blijkt, dat de grond met hypo theek is bezwaard, dan trachte hij de hypotheekhouder te be wegen om tot de vestiging van het recht van opstal zijn mede werking of uitdrukkelijke toe stemming te geven. Heeft een pachter, die waren huizen en serres op gepachte grond gaat bouwen en daarom een beroep moet doen op een boerenleenbankcrediet of -voor schot, een regeling als boven is aangegeven getroffen, dan kun nen de Boerenleenbanken daarin een behoorlijke zekerheid vinden voor het aan de betrokken pach ter te verstrekken voorschot of crediet. Men zie pagina 8392 en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 39