Algemene Vergadering Centrale Boerenleenbank
TOESPRAAK VA IN Mp PH. C. M. VA!\ CAMPEN,
DIRECTEUR VAI\ DE CENTRALE RAAK
Het komt mij voor, dat indien
er van de zijde van de Directie
van de Centrale Bank nog iets
te zeggen valt, dat het dan na
deze lange vergadering een heel
kort woord moet zijn. Mag het
een persoonlijk woord zijn tot
U, M. d. V. van de Algemene
Vergadering.
Onder voor U moeilijke om
standigheden hebt Gij M. d. V.
de laatste hand gelegd aan de
statuten- en reglementswijzigin
gen, die in deze Algemene Ver
gadering zijn aangenomen. Zelf
hebt Gij de laatste beraadslagin
gen en stemmingen geleid. Daar
mede hebt Gij, ik mag zeggen,
andermaal een levenstaak vol
bracht.
Wij, de Directie van de Cen
trale Bank en vele beambten van
de Centrale Bank met ons, wij
hebben het zien groeien onder
Uw zorgzaam oog, wij hebben
het U zien modelleren, indien
die groei onevenwichtigheden
vertoonde; wij hebben U bezig
gezien de teksten te verfraaien
in Uw meesterlijke beheersing
van de Nederlandse taal. En
toch, denkt niet, Geachte Ver
gadering, dat Gij vandaag stu
deerkamerstukken behandeld
hebt, noch ook, dat dit werk is
geweest van de laatste maanden,
toen de voorstellen in practische
vorm gegoten zijn.
In feite zijn er jaren mee ge
moeid geweest. De gedachten,
die in de teksten zijn neergelegd,
ze zijn dikwijls opgekomen na
discussies en bijeenkomsten met
beheerders en kassiers van boe
renleenbanken, die zo vaak door
U als President van de Raad van
Toezicht en ook door U, Mijn
heer Fleskens, als Voorzitter van
het Bestuur werden bijgewoond.
Dan werd er door ons nagepraat
en bleeft Gij U beiden ermede
bezighouden, hoe op verant
woorde wijze aan gebleken be
hoeften in de taakvervulling der
boerenleenbanken zou kunnen
worden tegemoet gekomen. Hoe
in nieuwe constructies en andere
werkwijzen dan de voorheen be
kende, daaraan gestalte zou kun
nen worden gegeven.
Zo in de praktijk van het boe-
renleenbankwerk, als het ware
in directe samenspraak met be
heerders en kassiers, is onder