248 het oog op de uitgebreide agen da, die ons wacht, slechts spaar zaam beslag op Uw tijd mag leggen, maar vooral ook, omdat ik in het verder verloop dezer vergadering aan de Voorzitter van het Bestuur de gelegenheid zal geven om op de gebruikelijke wijze, waarin hij zich een mees ter heeft getoond, de aan de ver gadering overgelegde jaarstuk ken, voorzover hem dat gewenst voorkomt, nader toe te lichten. Slechts wens ik er nog mijn voldoening over uit te spreken, dat uit een der bijlagen van het verslag blijkt, dat het totaal aan tal leden der bij onze Centrale Bank aangesloten boerenleen banken op het einde van 1974 de honderdduizend had over schreden en dat het aan het Be stuur ook dit jaar wederom is gelukt, niettegenstaande de da lende rentestand, een zeer accep tabele rente voor het door de plaatselijke boerenleenbanken aan de Centrale Bank toever trouwde tegoed van niet veel minder dan een half milliard gulden te handhaven. Ook breng ik nog onder Uwe aandacht, dat in verband met de nieuwe regeling der pensioenen, zowel van het personeel dei- Centrale Bank als van de kassiers der plaatselijke banken, het Pen sioenfonds der Centrale Bank, dat jarenlang op uitmuntende wijze in de bestaande behoeften heeft voorzien, thans definitief en algeheel is geliquideerd, zoals uit de voor het laatst in ons jaar verslag opgenomen balans, een z.g. liquidatiebalans, blijkt. En ik meen aan de vermelding van dit feit een woord van dank te moe ten verbinden voor degenen, die zich gedurende de jaren van zijn bestaan met het beheer van dit pensioenfonds hebben belast. Tenslotte wijs ik nog op het mede aan U toegezonden ver slag over het boekjaar 1954 van de N. V. Gemeenschappelijk Bankkantoor, dat te 's-Graven- hage is gevestigd en waarin de Centrale Banken te Utrecht en te Eindhoven samenwerken met het oog op de behartiging van die belangen van het landbouw- crediet, welke minder goed door een der beide banken afzonder lijk kunnen worden behandeld en welke instelling, zoals uit het verslag blijkt, ook wordt geëx ploiteerd als schakel in het be talingsverkeer met verschillende Centrale instellingen van land en tuinbouw. Dit verslag be hoeft weinig toelichting. Uit een vluchtige inzage ervan blijkt reeds aanstonds, dat het kantoor een behoorlijke winstcapaciteit bezit en dat deze samenwerking met onze zusterinstelling te Utrecht, waarmede wij ook ove rigens sinds vele jaren de meest aangename en nuttige relaties

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 12