208
licence (te vergelijken met mo
nopolieheffingen in ons land).
Dus ook de gang van zaken in
de O.E.E.C. dwingt België tot
wijziging van zijn beleid.
De Belgische Regering reali
seert zich voorts de grote voor
delen van de Economische Unie
met Nederland. In 1954 had de
Belgische uitvoer naar ons land
een waarde van 1.822.000.000,
terwijl België voor nagenoeg
1.279.000.000 van Nederland
betrok. België had dus t.o.v. Ne
derland een uitvoer-overschot
van 543.000.000,Dit grote
overschot was ten dele veroor
zaakt, doordat België de invoer
van Nederlandse agrarische pro
ducten zo beperkt. Het hoofd
motief, waarom België dit deed
(het lage loon- en prijsniveau
in Nederland), had intussen ook
veel van zijn kracht verloren.
Zo ligt het loonniveau van de
landarbeiders in België nu nog
slechts 10% boven dat in Ne
derland; in 1953 was dit verschil
nog 25 a 30%.
In het licht van dit alles
wordt het begrijpelijk, dat de
Belgische Regering nu een meer
tegemoetkomende houding t.o.v.
de Nederlandse wensen heeft
aangenomen. Dit is op de con
ferentie van 3 Mei j.1. dan ook
gebleken. Wij mogen hiervoor
verwijzen naar de besluiten,
welke daar genomen zijn.
a) De Belgische Regering zal het
Parlement verzoeken het
landbouw-protocol mèt ar
bitrage-clausule spoedig te
ratificeren. Is dit geschied,
dan kan bij verschil van me
ning het importland niet au
tonoom beslissen, maar vindt
arbitrage plaats.
b) De arbitrage-procedure zal
versneld worden (hetgeen
vooral t.a.v. tuinbouwpro
ducten belangrijk kan zijn).
Er zullen op korte termijn
arbiters worden aangewezen,
zodat, wanneer de noodzaak
van arbitrage komt, niet we
ken verloren gaan met het
zoeken van geschikte arbi
ters.
c) In België en Luxemburg zal
een Landbouwfonds worden
ingesteld. Daarmede zouden
deze landen een beslissende
stap zetten op de weg naar
een actief marktbeleid.
d) De harmonisatie van de land
bouwpolitiek in de 3 landen
zal binnen de periode 1955-
1962 gerealiseerd moeten
worden. Wel zal het daarna
onder uitzonderlijke omstan
digheden nog mogelijk zijn,
dat een van de landen be
paalde maatregelen treft ter
bescherming (tegen invoer
uit een partnerland) van een
agrarische sector, welke in
een ernstige crisistoestand
dreigt te geraken.
e) E,en werkgroep van Ministers
zal ieder jaar nagaan, welke
vooruitgang er gemaakt is