207
worden met de geleidelijke af
bouw van het landbouwproto-
col en met de harmonisering van
de landbouwpolitiek in de Be-
nelux-landen.
Intussen bleek, dat de omstan
digheden de Belgische Regering
dwongen tot een wijziging van
haar landbouwbeleid. In de al
lereerste plaats nam de produc
tie van verschillende voort
brengselen van land- en tuin
bouw in een zodanig tempo toe,
dat deze het binnenlandse ver
bruik overtrof en de noodzaak
van uitvoer met zich meebracht.
Op het ogenblik produceert Bel
gië meer suiker, aardappels,
rund- en varkensvlees, eieren,
kersen, witlof, appels en andere
tuinbouwproducten dan de eigen
consumptie bedraagt. Geduren
de verschillende maanden over
treft ook de boterproductie het
verbruik. In zo'n situatie kan
met een beleid, dat alleen geba
seerd is op een beperking van de
invoer, niet worden volstaan.
België heeft buitenlandse afzet
markten nodig; maar dat is al
leen mogelijk, als België deze
producten regelmatig en tegen
concurrerende prijzen en in dc
gevraagde kwaliteiten levert. De
Belgische Regering en Land
bouworganisaties zijn zich deze
ontwikkeling goed bewust, maar
schrikken er nog voor terug
hieruit alle consequenties te
trekken. Het feit, dat de Belgi
sche landbouw meer en meer
het karakter aanneemt van een
export-landbouw, brengt met
zich mede de noodzaak van een
behoorlijk marktbeleid, waarbij
dikwijls ingrijpende maatregelen
niet gemist kunnen worden. En
tegen een dergelijk „dirigisme"
had de Belgische landbouw zich
tot nu toe steeds verzet. Maar
de ontwikkeling van de eigen
agrarische productie dringt Bel
gië nu, of het wil of niet, in deze
richting.
Op de tweede plaats moet ge
wezen worden op de ontwikke
ling in de O.E.E.C. Midden Ja
nuari j.1. heeft de O.E.E.C.-mi-
nisterraad het besluit genomen,
dat de handel tussen de O.E.E.-
C.-landen, ook en niet in het
minst in de agrarische sector,
gestimuleerd moet worden. Zo
werd besloten, dat op i October
a.s. 75% van de invoer van land
en tuinbouwproducten (basis
1948) vrij moet zijn van contin-
genteringen. Op dit moment be
draagt het percentage van geli
beraliseerde agrarische produc
ten voor België slechts 60,8%.
Opvoering van het percentage
tot 75% betekent automatisch,
dat verschillende producten uit
het landbouwprotocol wegval
len: een geliberaliseerd product
kan geen protocol-product zijn.
De Belgische Regering over
weegt momentcel de invoer van
een of meer producten vrij te
laten, maar dan over te gaan tot
het hanteren van z.g. taxes de