IJiL Je V eruq op de oorjaiirsciirsus De opkomst op de cursusbij eenkomsten was dit jaar groter dan anders; er werden meer vragen gesteld en opmerkingen gemaakt, welke somtijds tot ge animeerde besprekingen voer den. Wij mogen dit wel toe schrijven aan de behandelde on derwerpen, vooral die, welke de voorgestelde wijzigingen der Statuten en Huishoudelijke Re glementen betreffen. Al raken deze niet de grondslagen en het karakter der boerenleenbanken, zij zijn van veel betekenis voor het practische beleid, waarmede beheerders en kassier dagelijks in aanraking komen. De in de cursus gegeven toe lichting op het concept-jaarver slag lokte nog al eens vragen uit over de werking van het Borgstcllingsfonds voor de Landbouw en over het beleg gingsbeleid der Centrale Bank; de voorstellen tot wijziging der statuten en reglementen vorm den echter de hoofdschotel van de morgen. De uitbreiding van de wer kingssfeer der Centrale Bank tot het buitenland kon veel instem ming vinden: de verbetering van de kansen voor de emigran ten, welke hierbij voor ogen staat, werd toegejuicht. Het spreekt van zelf, dat slechts be perkte hantering van de statu taire mogelijkheden in de bedoe ling van het Bestuur der Cen trale Bank ligt. Bij de behandeling van de ver breding der kapitaalspositie van de Centrale Bank bleek veel be grip te bestaan voor de nood zaak de eigen Centrale Bank met een voldoende kapitaal en aansprakelijkheid toe te rusten, zodat zij ook in de toekomst haar taak goed kan vervullen. De beheerders der boerenleen banken zijn zeer gevoelig voor het argument, dat toch ook, toen de Centrale Bank door de eerste boerenleenbanken werd opgericht, deze nog kleine en zwakke bankjes niet hebben ge aarzeld per bank tenminste 3.000,aandelen met daar boven eenzelfde aansprakelijk heid te nemen, omdat alleen op die wijze een Centrale Bank kon worden tot stand gebracht met voldoende draagkracht om als zodanig te kunnen fungeren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 3