224 tieve grondslag in de eigen boe renleenbank van boeren en tuin ders Zij leven voort in hun en onze boerenleenbank. En dan rijzen ze voor ons op, de gestalten van de Heren Hoefna gels, van Mr. Agterberg en van Mr. van Berkel, de latere Kan tonrechter van Nijmegen De toenmalige voorzitter van de Boerenbond en twee sociaal in gestelde intellectuelen, die be grepen, dat het agrarisch belang niet alleen, maar het algemeen belang zou zijn gediend met een voorspoedige ontwikkeling van de Nederlandse landbouwers stand, waartoe een goede voor ziening van het landbouwcrediet zo onontbeerlijk was." Over de aansluiting van de Boerenleenbank Neerbosch en Hees bij de Centrale Bank te Eindhoven, welke eerst na vijf jaren tot stand kwam, zeide Mr. van Cainpen: „Het weloverwogen antwoord in 1910 was: de N.C.B., het Zui den, de Centrale Boerenleenbank met een Pater van den Eisen en een Rector van der Marck als de veilige inspiratoren van een boerenleenbank-systeem, dat zich verheft boven de materie uit van het vele geld, maar op richt en opheft tot waar gods dienst, huisgezin en eigendom als grondslagen van een christe lijke maatschappij op het spel staan. Daar vond de boerenleen bank uit het randgebied de ver trouwde sfeer van sociale acti viteit, gebaseerd op christelijke naastenliefde, waarvan de op richters zelf zo'n schoon voor beeld hadden gegeven." Na het moedige werk van de heer Moonen als leider van de C.H.V. te Veghel in oorlogstijd geschetst te hebben, vervolgt Mr. van Cainpen: „Mijnheer Moonen, dit be treft Uw werk als Voorzitter van de C.H.V. maar ik kan het toch niet losmaken van Uw functie als Voorzitter van de Boerenleenbank, omdat gij daar mede getekend wordt, zoals gij zijt: een moedig bestuurder. In U wil ik ook dank brengen aan al degenen, die in Bestuur en Raad van Toezicht de belan gen van de bank reeds geduren de menig jaar hebben gediend. Al hun namen te noemen en verdiensten te schetsen zou te ver voeren. Heren: weest ervan overtuigd, dat de verdiensten van Uw belangeloos sociaal werk aan de boerenleenbank niet onopgemerkt zijn gebleven." Na een toelichting over het werk van de Boerenleenbank te Neerbosch en Hees aan de hand van cijfermateriaal bespreekt Mr. van Cainpen het vele werk, dat door de kassier verzet moest worden, speciaal tijdens de geld- zuivering.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 24