liwPM&mlmnll -jwaitijJl
oliet q£mee.n4.chaip.p.eii{k q.eiKuik u-an.
ia'n.d&o-iiuj-üu-e'iktiiLq.en.
II
Andere oorzaken van de on
gunstige financiële positie waar
in vele L.W.C.'s zich bevinden
zijn:
3. Te hoge loon- en/of an
dere onkostenposten.
Vooral bij de L.W.C.'s, wel
ke trekkers, dorsmachines e.d.
exploiteren, waardoor het nood
zakelijk wordt om betaald per
soneel aan te stellen, is het be
heer moeilijk. Dan behoeft niet
alleen toezicht op de werktui
gen gehouden te worden, doch
ook op het personeel.
In vele gevallen zal èèn ar
beidskracht in vaste dienst wor
den genomen en in het drukke
seizoen meer personeel worden
aangetrokken. Dit brengt met
zich de noodzakelijkheid van
een goede organisatie der werk
zaamheden, daar bij een niet
productief gebruik van de werk
tuigen ook de te betalen man
uren niet productief worden be
nut. In de practijk wordt bewe
zen, dat een slechte gang van
zaken bij een L.W.C. vaak in
een ondoelmatig personeelsbe
leid is te zoeken.
De omstandigheden geven
echter aanleiding tot moeilijkhe
den. Eén der bestuursleden der
L.W.C. wordt meestal aangewe
zen om het dagelijks beheer te
voeren. Deze is zelf in het land
bouwbedrijf werkzaam en kan
zich slechts bij tijd en wijle met
de Coöperatie bezig houden.
Wanneer hij het druk heeft in
zijn landbouwbedrijf, zal het
ook druk zijn bij de L.W.C.
liet gevolg laat zich denken; er
wordt te veel aan de betaalde
arbeidskracht overgelaten. Als
zodanig zal iemand gekozen
worden, die goed met land
bouwwerktuigen kan omgaan,
doch waarvoor geen organisa
torische en commerciële kwali
teitseisen zullen worden gesteld.
Hij draagt geen mede-verant
woordelijkheid. Deze arbeids
kracht staat op een vast week-