flecfltm t£p>
ENIGE KWESTIES
INZAKE ZEKERHEIDSEIGENDOM VAN
KOEKENDE GOEDEREN
In de Maandelijkse Medede
lingen van April 1953 no. 396 is
in het artikel „Zekerheidseigen
dom en bezitloos pandrecht" de
zekerheidseigendom belicht, in
het bijzonder op de pagina's
8995 tot en met 9000. Deze be
lichting heeft zich beperkt tot
de hoofdzaken, tot datgene, wat
naar onze mening strikt noodza
kelijk bekeken moest worden
om enig inzicht te verschaffen
in de figuur van de zekerheids
eigendom. Wij wisten dus geen
aanspraak te mogen maken op
volledigheid. En dat evenge
noemd artikel niet volledig was
is de laatste tijd wel gebleken
uit aan ons door diverse kassiers
gestelde vragen. Dank zij deze
vragen weten wij thans wat aan
onze behandeling van de zeker
heidseigendom nog ontbreekt.
Hierbij komt dat onlangs te on
zer kennis is gekomen, dat in
tegenstelling met hetgeen in het
verleden het geval was, tegen
woordig voor landbouwtrekkers
geen kentekenbewijzen meer
zijn vereist. Hierdoor is de risico
van zekerheidseigenaren voor
landbouwtrekkers verzwaard in
verband met de wettelijke aan
sprakelijkheid voor schade door
botsing, aan- of overrijding met
een landbouwtrekker op de weg
toegebracht aan niet door de
trekker vervoerde personen of
goederen.
Achtereenvolgens zullen in dit
artikel behandeld worden de be
voegdheid tot overdracht in ze
kerheidseigendom, de rechten
van de verhuurders en verpach
ters ten aanzien van bepaalde in
zekerheidseigendom overgedra
gen zaken, de risico van de in
zekerheidseigendom overgedra
gen zaken en de wettelijke aan
sprakelijkheid voor schade door
deze zaken toegebracht, terwijl
dit artikel beëindigd zal worden
met een uit het in dit artikel be
handelde getrokken conclusie.
Bevoegdheid tot overdracht
Zaken zijn te onderscheiden
in zaken op naam en zaken niet
op naam. Zaken op naam zijn
die, waarop als het ware het