194 noch de nieuwe regeling voor de voorschot- en credietverle- ning kunnen een motief zijn tot afwijzing op historische gron den of gevoelsoverwegingen. Zij brengen integendeel de ge wenste soepelheid en aanpassing aan een logische en aanvaard bare ontwikkeling. De tendens tot een intensiever bankverkeer, de girale betalingswijze, de be hoefte aan crediet e.d. vragen een zakelijker inslag, een betere service en een vlotter beheer. Het zal ondoenlijk zijn de voorstellen tot wijziging der statuten en reglementen punt voor punt te bespreken in een artikeltje, dat bij het afdrukken reeds achterhaald is door de bij de besprekingen in regionaal verband geconstateerde inzich ten van de beheerders der plaat selijke banken en de daaruit ge trokken conclusies. Toch willen we enkele punten nader be schouwen. De uitbreiding van de wer kingssfeer van de Centrale Bank tot het buitenland, met name in verband met emigratie, vraagt direct onze bijzondere aandacht. De vraag kan worden gesteld, of deze uitbreiding nodig is, om dat met name de emigrant het vaderlandse stof van zijn voeten spoelt en zijn werkkracht en de daaruit hopelijk resulterende welvaart ten goede doet komen aan zijn nieuw vaderland. Het is duidelijk, dat men hier verder moet zien dan zijn neus lang is en dat men rekening dient, te houden met bestaande banden doch tevens met de belangen van de Nederlandse landbouw en zijn instellingen, waarvan de horizon verder reikt dan onze kustlijn. Dat ook hier een grens bestaat is evident. De versterking van de kapi taalspositie der Centrale Bank kan onze instemming hebben. De standing der Centrale Bank vraagt hier iets, dat gemakke lijk kan worden geschonken, mede omdat de plaatselijke ban ken in de vruchten ervan delen. Het vaststellen van een leef tijdsgrens voor leden van Be stuur en Raad van Toezicht der Centrale Bank en de aangeslo ten boerenleenbanken kunnen wij toejuichen. Hoezeer ook in incidentele gevallen het aftre den van een eminent beheerder zal moeten worden betreurd, in het algemeen is het bereiken van de 70-jarige leeftijd vol doende aanleiding, om de eens aanvaarde opdracht aan een jon gere door te geven, in aanmer king nemende de maatschappe lijke evolutie en de bij ouderen groeiende passiviteit ten opzich te van bepaalde aspecten dier evolutie.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 42