{ürtd§ouü/-ecow)Hiiócfi. nkuun
ONTWERP VAN WET
TOT NIEUWE REGELING VAN DE PACHT
Door de Regering is begin
Maart bij de Tweede Kamer der
Staten-Generaal ingediend een
ontwerp van wet tot nieuwe re
geling van de pacht ter vervan
ging van de nu geldende pacht-
regeling. Ten aanzien van dit
voor de landbouw uiterst be
langrijke complex van vraag
stukken zijn de opvattingen in
enkele decennia tijds grondig
gewijzigd. Begin 1932 verwierp
de Eerste Kamer een door de
Tweede Kamer op enkele pun
ten gewijzigd ontwerp van wet
tot regeling van de pacht. Deze
verwerping geschiedde vooral in
verband met de aanneming dooi
de Tweede Kamer van het
amendement Fleskens, waarbij
de Grondkamer de bevoegdheid
kreeg bij verlenging van de
pachtovereenkomst de pachtprijs
te wijzigen. Het duurde tot 1937
eer de eerste Pachtwet tot stand
kwam, welke 1 November 1938
in werking trad. Mede omdat
de pachtwet in verschillend op
zicht niet aan de gestelde ver
wachtingen beantwoordde, werd
in 1941 de wet vervangen door
het zgn. Pachtbesluit, dat op
menig punt een andere regeling
bracht. Hoewel er na de bevrij
ding allerlei bezwaren bestonden
tegen handhaving van dit uit de
bezettingstijd daterende pacht
besluit, is het tot op heden ge
handhaafd, zij het dat in de loop
der jaren verschillende wijzigin
gen hierin zijn aangebracht.
Begin 1947 werd een Commis
sie ingesteld onder voorzitter
schap van Prof. van den Bergh
om advies uit te brengen om
trent de meest gewenste regeling
ten aanzien van de pacht. Zij
bracht in 1950 verslag uit in de
vorm van een voorontwerp van
wet met toelichting. Nu, 5 jaar
later, is de Regering met een
ontwerp van wet gekomen.
Met betrekking tot vele be
langrijke punten week het advies
van de Commissie van den
Bergh en wijkt ook het inge
diende niet af van de regelingen
van het Pachtbesluit. In dit ver
band kunnen onder meer ge
noemd worden: de pachtover
eenkomst heeft een bepaalde
duur en wel twaalf jaar voor
een hoeve en zes jaar voor los