123 Antwoord wordt verscheidene malen gesproken van een melk prijstoeslag voor de zandbedrij- ven. In dezelfde Memorie wordt echter gesteld, dat als voornaam ste grondslag, waarop de aan wijzing van gebieden, die voor deze toeslag in aanmerking ko men, zal moeten gelden, dat de kostprijs in de gebieden relatief hoog is als gevolg van oorzaken, buiten de bedrijfsvoering ge- legen. Er zijn buiten de zandgebie den zeker nog tal van streken, waar buiten de schuld van de boeren de kostprijs van de melk relatief hoog is. En het zal alles behalve eenvoudig zijn de gebie den aan te wijzen, welke voor de melktoeslag in aanmerking zou den moeten komen. Of juister: het staat al wel vast, dat bij de keuze van deze gebieden onbil lijkheden, ja misschien grote on billijkheden gemaakt zullen wor den. liet Bestuur van het Land bouwschap heeft zijn medewer king toegezegd bij de voorberei dingen, welke voor uitvoering van deze toeslag worden getrof fen. Wij betwijfelen evenwel, of uiteindelijk het Landbouwschap accoord zal gaan en mede ver antwoordelijk zal willen zijn voor de beslissing van de Rege ring, waarbij de gebieden aan gewezen worden, welke de toe slag of een deel van de toe slag zullen ontvangen. MOEILIJKHEDEN IN DE VARKENSSECTOR Het jaar 1954 was voor de varkenshouderij een gunstig jaar: goede varkensprijzen bij tot het najaar betrekkelijk lage voederprijzen. Deze situatie is in de laatste weken echter grondig gewijzigd. In zowat alle landen is in het afgelopen jaar de var kensstapel beduidend uitgebreid, misschien wel vooral in Enge land, waar de Regering aan de boeren een (te) hoge garantie prijs voor varkens verleent. De aanvoer van slachtvarkens zal in de komende maanden in landen als Engeland, Duitsland, België, de Verenigde Staten en ook in Nederland zeer groot zijn. liet gevolg hiervan is, dat de moge lijkheden om varkens en var kensvlees te exporteren veel on gunstiger zijn geworden en dat terwijl de voederkosten aanzien lijk gestegen zijn. Toen aan de hand van de L.E.I.-berekening de garantie prijs voor baconvarkens gesteld werd op 2,56 per kg geslacht gewicht, moest de overnameprijs gehandhaafd blijven op 2,32, dus 24 cent lager. Onlangs is de overnameprijs weer verlaagd, n.1. tot 2,24 (het verschil met de garantieprijs, 32 cent per kg, wordt door de Overheid in het Vleesfonds gestort). Dit was noodzakelijk, omdat anders te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 19