120
langere termijn zullen uitgaven
moeten worden gedaan voor een
nieuwe woning of verbetering
of uitbreiding van de bestaande,
voor betere inrichting van de
woning, voor financiële hulp
aan kinderen, die trouwen of
een eigen bedrijf al of niet in
de landbouw -beginnen, voor
financiële hulp in geval van emi
gratie van kinderen. Bovendien
moet nog ermede worden gere
kend, dat in het vermogen van
de boer in vele gevallen een deel
van de (medewerkende) kinde
ren is begrepen.
Houdt men met dit alles reke
ning, dan worden de percentages
van de bedrijven, die over de
genoemde bedragen kunnen be
schikken, veel kleiner. En ten
slotte moet men vooral letten op
de aantallen bedrijven, die deze
bedragen niet kunnen opbrengen
en de mate, waarin deze met ka
pitaalgoederen zijn uitgerust (dit
betreft de kapitaal-intensiteit
waarover niet is gerapporteerd).
Indien het zo zou zijn, hetgeen
aannemelijk is, dat de bedrijven
met financiële reserves behoor
lijk zijn uitgerust en de andere,
die over minder of geen finan
ciële reserves beschikken (denk
aan de helft van de boeren in de
leeftijdsgrens van 20 tot 30 jaar
in de grootte klassen van 4 tot
7 ha, die over ten hoogste
100,per ha. beschikken,
waarop nog in mindering moe
ten worden gebracht de aftrek
posten terzake van voor de fi
nanciering van lopende bedrijfs-
uitgaven benodigde middelen,
bedrijfsrisico's, privé-investerin-
gen, enz.) daarentegen onvol
doende en minder modern zijn
geëquipeerd, dan zit men mid
den in de knelpunten op het ge
bied van de financiering van in
vesteringen.
Houden wij daarbij de blik
naar de toekomst gericht, dan
moeten wij bovendien vaststel
len, dat de trottoir roulant van
het leven voor de boer, voor zo
veel zijn bedrijfsactiviteit be
treft, ongetwijfeld in de toe
komst korter zal duren dan
voorheen. Mede in verband met
uitkeringen krachtens de Nood
wet Drees en straks krachtens
de algemene bodempensioen
voorziening zullen steeds meer
oudere boeren afvallen, waar
voor minder financiëel-krachtige
jonge boeren in de plaats komen.
Vooral in de kinderrijke streken
zal dit gaan klemmen; in deze
gezinnen zal immers aan de
landbouw kapitaal onttrokken
worden voor uitkering aan kin
deren, die zich vestigen buiten
de landbouw of gaan emigreren.
De familie-band, die tot nu toe
veel kapitaal in de landbouw bij
een hield, zal veel losser worden.
Het toekomstig perspectief voor
de financiering van investerin
gen in de landbouw wordt als
gevolg daarvan ongunstiger.