56 menleving, waarin de rechten van God worden geëerbiedigd, hebben wij, ook in ons materieel bankbedrijf, steeds de zin en strekking van ons werk gezien. Wij wilden daarom ons werk in dit kantoor niet beginnen zon der ons hoofd te buigen voor Hem, die het al regeert en na Zijn zegen te hebben gevraagd. Moge deze, mede dank zij het gebed, dat Gij hier vanmorgen hebt willen uitspreken en waar voor ik U zeer erkentelijk ben, overvloedig ons deel zijn in het werk, dat in dit kantoor moet worden verzet in het belang van de ontwikkeling van onze boe renleenbank-organisatie en daar mede an de boeren- en tuin dersstand in dit gewest.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 8