OPENSTELLING VER BOERENLEENBANK BIJ AFWEZIGHEID VAN DE KASSIER H; Wij vertrouwen, dat deze en- van de beheerders en kassiers quête aan het gestelde doel zal van de betrokken boerenleen- beantwoorden en vragen hier- banken, voor nogmaals de medewerking Reeds herhaaldelijk werd in deze rubriek geschreven over de noodzaak van het verlenen van een goed dienstbetoon aan de cliënten der boerenleenbank. Hierbij legde men terecht veelal de nadruk op een doelmatige en ruime regeling der openstel lingsuren. Zo is er in het laatst verschenen nummer der Maan delijkse Mededelingen nog eens de aandacht op gevestigd, dat zelfs bij de jaarwisseling de boe renleenbank niet gesloten dien de te worden. Dan zou slechts in uiterste noodzaak op een pas sende wijze de medewerking van de cliënten gevraagd kunnen worden om de balans- en daar mede samenhangende werk zaamheden op een zo vlot mo gelijke wijze te kunnen afwikke len. Het probleem van ziekte, va- cantie of militaire dienst van de kassier en de daarmede samen hangende moeilijkheden met be trekking tot de openstelling van de boerenleenbank zal enerzijds moeilijker, anderzijds eenvoudi ger op te lossen zijn dan het vermelde probleem bij de ba lanswerkzaamheden. Moeilijker omdat ziekte meestal onver wacht opkomt en tevoren niet vaststaat hoe lang deze zal du ren; eenvoudiger omdat geluk kig niet alle kassiers tegelijk ziek worden of met vacantie willen gaan, alhoewel bij dit laatste wel enige samenloop geconstateerd kan worden. Bij de hiervolgende beschou wingen wordt ervan uitgegaan, dat een korter of langer durende verhindering van de kassier niet tot gevolg mag hebben, dat daardoor de aan de cliënten te verstrekken service een verslech tering ondergaat. De beheerders zullen met na me moeten trachten te voorko men, dat door de afwezigheid van de kassier het aantal open stellingsuren vermindert of dat deze naar ongunstiger tijdstip pen verschoven worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 39