79 Stedelijke Overheden een zeer belangrijke taak te vervullen hebben op het gebied van ver keer, stadsuitbreiding, industria lisatie, recreatie enz. en dat zij invloed moeten kunnen doen gelden op de bestemming van terreinen. De vraag rijst echter, of, gelet op de bevoegdheden, neergelegd in de Woningwet, Onteigeningswet, Hinderwet, enz., het uitgeven in erfpacht voor de uitoefening van die vloed wel gewenst is. Wordt echter in erfpacht uitgegeven, dan zal het erfpachtsrecht in ieder geval zo geregeld moeten zijn, dat het aan de erfpachter en aan een eventuele geldschie tende Bank voldoende waarbor gen biedt. Zoals gezegd aanvaarden dus velen de erfpacht, omdat zij geen andere keus hebben. Voorts vertrouwt men, dat met zijn be langen als erfpachter wel reke ning zal worden gehouden en tenslotte zijn de voorwaarden meestal te ingewikkeld om te bestuderen. Men denkt dat, als de canon maar op tijd wordt betaald, alles wel in orde is en dat is misschien in de meeste ge vallen ook wel zo, doch de moeilijkheden beginnen wanneer men geld nodig heeft om te in vesteren. Een geldschieter toch zal, indien voor het verkrijgen van voldoende zekerheid hypo theek op het recht van erfpacht noodzakelijk is, zich aan de stu die van de erfpachtsvoorwaar- den zetten en dan zal in vele ge- valen blijken dat, zelfs indien de thans nog geldende prijsbe- heersingsvoorschriften buiten beschouwing worden gelaten, aan het erfpachtsrecht geen of slechts geringe onderpandswaar- de kan worden toegekend. Wij zullen thans de hoofdza ken van het erfpachtsrecht be spreken en aan de hand daarvan trachten aan te geven naar welke maatstaven de waarde van het recht van erfpacht als hypothe cair onderpand dient te worden bepaald. Genot De erfpachter heeft het volle genot van het erfpachtsgoed, al dus bepaalt de wet. In de prak tijk wordt de vraag gesteld of en in hoeverre men dat genot contractueel kan beperken. Mag men b.v. bepalen, dat de erf pachter het erfpachtsgoed alleen mag gebruiken voor landbouw- of voor industriële doeleinden of dat landbouwgrond slechts mag worden gebezigd voor de uitoefening van de akker- en weidebouw? Mag men eisen stellen terzake van de bebou wing en beplanting? Deze vra gen kwamen vroeger niet aan de orde. Vroeger ging het immers altijd om woeste grond, in het bijzonder landbouwgrond. In dustrie kende men vrijwel niet en evenmin de talrijke huidige

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 31