72
door Duitsland van een voor
Nederland funeste Gleitzoll
(glijdend invoerrecht, dat hoger
is naarmate de invoerprijzen la
ger zijn) voorlopig weer van de
baan schijnt te zijn.
Ondanks of beter wellicht
dank zij de ongunstige weers
omstandigheden is 1954 over het
geheel genomen voor de groen
tetelers geen slecht jaar geweest.
De productie en veilingaanvoer
waren geringer dan in 1953,
maar de gemiddeld gemaakte
prijzen dikwijls beduidend ho
ger. Dit houdt nauw verband
met de gunstige uitvoermoge-
lijkheden welke sterk beinvloed
werden door het feit dat ook in
de ons omliggende landen de
oogst tegenviel. Daarentegen is
de afzet van hard fruit (oogst
1954) tot nog toe niet meege
vallen. De kwekers van bloem
bollen en bloemen hebben over
het algemeen een goed jaar ach
ter de rug. De waarde van de
uitgevoerde bloembollen lag
met 156 millioen nog 13
millioen boven het vorige re
cordjaar 1953. De uitvoer van
bloemkwekerijproducten be
droeg 33 millioen tegen 23
millioen in 1953. Het is niet
mogelijk een gefundeerde voor
spelling te doen omtrent de
vooruitzichten van de tuinbouw.
Veel hangt af van het weer
hier en in andere landen en
van de invoerpolitiek van landen
als Duitsland en Engeland. Een
gunstig verschijnsel is, dat de
koopkracht van de bevolking in
ons land en in onze nabuurlan
den een geleidelijke toename
vertoont.
Minister Mansholt heeft op
de buitengewone algemene ver
gadering van de K.N.B.T.B. ge
steld, dat dit jaar een belangrijke
vooruitgang zou moeten bren
gen op het terrein van de Bene-
lux-samenwerking. Daar het
landbouwvraagstuk een struikel
blok vormt op de weg naar meer
eenheid in Benelux-verband, zou
in 1955 een oplossing hiervoor
gevonden moeten worden. Of
dit lukken zal? De eerste teke
nen wijzen er niet erg op. De
speciale landbouw-conferentie,
welke op het einde van deze
maand zou plaatsvinden, is al
tot nadere datum uitgesteld. In
België zelf ligt de situatie, mede
tengevolge van politieke ver
wikkelingen (b.v. omtrent het
schoolvraagstuk), allesbehalve
gemakkelijk. En de besluiten,
midden Januari door de Minis
terraad van de O.E.E.C. geno
men, hebben de zaak niet een
voudiger gemaakt. In Parijs is
n.1. besloten, dat elk land de in-
voercontingenteringen op agra
rische producten zou moeten
verminderen tot hoogstens 25%
(basis: invoer 1948); d.w.z. dat
75% van deze producten vrij
de invoerrechten buiten be-