7°
markten en de vele importbe
perkingen van invoerlanden
maakten het onze land- en tuin
bouw allesbehalve gemakkelijk.
De waarde van de uitvoer van
agrarische producten nam in
1954 maar weinig toe en het
aandeel van de agrarische export
in de totale uitvoer van Neder
land was in het verstreken jaar
lager dan in 1953. Het ongun
stige weer in zomer en najaar
was er oorzaak van, dat de vee
voederpositie van vele veehou
derijbedrijven ongunstig werd
en deze gedwongen werden voer
tegen hoge prijzen aan te kopen.
De oogst van akkerbouwproduc
ten, vooral de aardappel- en sui
kerbietencampagne, was door
het slechte weer buitengewoon
moeilijk en ging met grote ex
tra-uitgaven gepaard.
De vaststelling van de tarwe-
prijs voor oogst 1955 is zeker
geen meevaller geweest: geen
hogere prijs bij sterk stijgende
kosten. En men maakt zich in
akkerbouwkringen zorgen om
trent de vraag, of bij het beëin
digen van de staatsimporten van
tarwe (in September a.s.?) de
boer zal kunnen rekenen op een
betrekkelijk vaste tarweprijs. In
de laatste maanden van 1954
was de markt voor voergranen
prijshoudend, maar zal dit zo
blijven? Voor de rogge is de
overheid tenslotte bereid gevon
den een toeslag in het vooruit
zicht te stellen, als en voor zo
ver de gemiddelde marktprijs
beneden 24,25 per 100 kg. zal
liggen. Zullen de monopoliehef-
fingen op importgraan in de
huidige vorm gehandhaafd kun
nen worden, nu nog steeds geen
bevredigende oplossing gevon
den is voor de compensatie aan
de veehouderij voor de kosten
verhogende werking van deze
heffingen en ook op internatio
naal terrein meer en meer be
zwaar gemaakt wordt tegen het
stelsel van monopolieheffingen
en export-restituties? De aard
appeltelers hebben niet alleen
veel meer kosten moeten maken,
maar worden ook geconfron
teerd met prijzen, welke veel la
ger zijn dan die van eind 1953-
begin 1954. En wat zal de be
slissing van de overheid zijn ten
aanzien van de suikerprijs en
daarmee van de prijs, welke de
telers voor hun suikerbieten zul
len krijgen? De moeilijkheden
in het voorbije najaar om de
bieten tijdig uit te krijgen en de
vrees dat zich straks weer soort
gelijke moeilijkheden zullen
voordoen, zullen vele boeren er
wel toe brengen minder bieten
uit te zaaien. Zodoende zal het
voor de Regering niet nodig zijn
de suikerbieten-verbouw af te
remmen door het vaststellen
van een lage prijs of anderszins
om te voorkomen, dat er veel
meer suiker in ons land gepro
duceerd wordt dan het binnen-