6 3
Gemengde bedrijven
Akkerbouwbedrijven
Weide-bedrijven
Volgens deze opstelling zou
in de zand-provincies, waar het
gemengde bedrijf overheerst,
het aantal bedrijven, dat volgens
de gestelde norm over crediet-
ruimte beschikt, het grootst
zijn. In de weide-streken zou de
toestand met betrekking tot cre-
66
58
54
13
16
14
16
19
dietruimte en liquiditeit het
minste bevredigend zijn. Dit is
vooral het geval bij de grotere
bedrijven van jonge pachters.
Ook de navolgende overzich
ten uit het L.E.I.-rapport ver
dienen te worden vermeld:
Som van alle schulden in °/o van het balanstotaal
in 1932, 1933, 1940 en 1932.
Groepen van landbouwgebieden:
'93 2
193 3
1940
1952
Zeekleigebieden
55
59
30
25
Rivierkleigebiedcn
39
43
33
20
Weide- en Tuinbouwgebieden
46
49
36
22
Zandgronden
26
28
22
17
Veenkoloniën
37
43
29
19
Percentage bedrijven met hypothecaire
schidd per landbouwgebied.
Zeekleigebieden 24%
Rivierkleigebieden 25%
Weidegebieden 25%
Zandgronden 24%
Veenkoloniën 22%
Tuinbouwgebieden 35%
Nominale hypothecaire schuld van alle eigendomsbedrijven
in guldens per ha in 1933, I94° en 7952-
Groepen van landbouwgebieden: 1933 I94° 195 2
Zeekleigebieden 753 511 602
Rivierkleigebieden 605 665 519
Weide- en Tuinbouwgebieden 671 617 638
Zandgronden 201 229 274
Veenkoloniën 529 6 75 655