02
de leeftijd van de betrokken
boeren de percentages voor de
financiering van de duurzame
investeringen met eigen kapitaal
van 28 tot 55% voor de eigen-
domsbedrijven en van 45 tot
85% voor de pachtbedrijven.
2. Als tweede norm is ge
steld, dat de waarde van de be
zittingen in elk geval voldoende
moet zijn om bij liquidatie alle
schuld terug te betalen. Slechts
bij 3°/oo van de onderzochte be
drijven (16 in aantal) zou dit
niet het geval zijn.
3. Voorts is ook een goede
liquiditeitspositie als norm ge
steld. Daarbij is rekening gehou
den met de mogelijkheden om
crcdiet op te nemen. Er is aan
genomen, dat de bedrijven nog
voor crediet in aanmerking kun
nen komen, indien het totaal dei-
leningen, welke reeds zijn aan
gegaan, kleiner is dan het cre-
dietbedrag, dat volgens richtlij
nen van boerenleenbanken op
basis van de op de bedrijven
aanwezige zekerheden zou kun
nen worden verkregen. Dienten
gevolge is het maximum te ver
krijgen crediet gesteld op 66%
van de getaxeerde waarde van
grond en gebouwen, op 80%
van de waarde der hypothecaire
geldvorderingen en op 100%
van de afkoopwaarde van ver
zekeringspolissen.
In een grafiek (pag. 30) is tot
uitdrukking gebracht, hoeveel
procent van de onderzochte be
drijven kunnen worden gerang
schikt als
a. over credietruimte beschik
kend en liquide (d.i. in staat
om uit eigen middelen hun
op korte termijn vervallende
schulden te voldoen alsmede
om toekomstige behoeften
aan geldmiddelen ter finan
ciering van seizoenproduc
ten te dekken);
b. over credietruimte beschik
kend en illiquide
c. niet over credietruimte be
schikkend maar liquide;
d. niet over credietruimte be
schikkend en tevens illiquide.
Op grond van bedoelde gra
fiek kan de navolgende opstel
ling worden gegeven:
Overzicht van de credietruimte en de liquiditeit van
landbouwbedrijven in procenten.
a
b
c
d
Veenkoloniën
82
4
J4
Zandgronden
67
O
11
9
Rivierklei-gebieden
67
9
13
11
Tuinbouw-gebieden
47
20
O
20
Zeeklei-gebieden
57
9
17
17
Weide-gebieden
52
13
14
21