4 ging; een gunstige internationale conjunctuur droeg daartoe het hare bij. In het bijzonder uit het Westen woei een gunstige eco nomische wind, die ons land vooral in de zeilen blies (toene mende uitvoer naar Amerika). In de intensieve betrekkingen van ons land met het buiten land ligt gedeeltelijk onze kracht, maar gedeeltelijk ook onze betrekkelijke zwakheid. Land- en tuinbouw weten daar van mede te praten. Hoe mooi de spaarcijfers bij de boeren leenbank zich in het afgelopen jaar ook ontwikkeld hebben, zij bleven relatief ten achter bij de stijging van de spaartegoeden bij de spaarbanken. Indien wij daarbij bedenken, dat ook bij de boerenleenbanken veel spaar geld van anderen dan boeren en tuinders terecht komt, vragen wij ons af, of niet juist daaruit blijkt, dat het in sommige secto ren van agrarisch Nederland geenszins botertje tot onderop de boom was, hoezeer naar onze smaak te optimistisch gestelde geschriften ons ook anders wil len doen geloven. Inmiddels zijn we het nieuwe jaar binnengegaan met een alge mene bezinning op de vraag, wat er zou moeten gebeuren, als toch de terugslag eens kwam. Met veel verwijt wordt daarbij gesproken en geschreven over de potverteerders, die nu de be lastingen willen verlagen, ter wijl wij die belastingverlaging moesten bewaren als appeltje voor de dorst ter stimulering van de koopkracht, indien de terugslag komen mocht. Wij zijn het met deze dwars kijkers niet eens. Vooreerst is hun gedachtengang gebaseerd op een overschatting van de middelen om het economisch getij met belastingmaatregelen te regelen. Tweedens is het on- zes inziens niet juist, om te trachten deze regulering uit te voeren op een belastingpeil, dat kennelijk als erfenis van een roemruchte herstelperiode veel te hoog ligt. Tenslotte gaat het niet aan in deze van potverteren te spreken. Het is allemaal wel heel juist om conjunctuurreser ves te willen aanleggen; de vraag is echter, of deze moeten berus ten bij de overheid, in de vorm van extra-reserves in de belas tingen die worden geheven, dan wel, of deze reserves thuis ho ren in de particuliere gezins- en bedrijfshuishoudingen. Wij zijn van de laatste me ning en dat vooral met het oog op de belangen van land- en tuinbouwers, die in het licht n de internationale conjunctuur uiterst kwetsbaar zijn. Deze nu vragen een sterkere interne financiering dan bij de huidige hoogte van de fiscale tarieven en van het belasting-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 4