ZALIG NIEUWJAAR Zoals gebruikelijk hebben we met enige weemoed de jaarwis seling ondergaan. Dat zit nu een maal aan het afscheid nemen on verbrekelijk verbonden, ook wanneer het geldt een ongrijp baar iets als een vervlogen jaar. Wellicht dat het afscheid van 1954 extra zwaar viel, omdat het alles bij elkander genomen in economisch opzicht wel een goed jaar is geweest. En daar om verheugen wij ons van harte en zulks temeer, indien dat geldt zowel de Boerenleenbanken als de Centrale Bank, evenals al die genen, die hun belangen aan het landbouw-crediet plegen toe te vertrouwen. Het jaar 1954 is wel genoemd „het jaar van de crisis, die niet kwam", in verband met de som bere voorspellingen, waarmede 1954 zijn intrede had gedaan. Daarmede is het jaar 1954 even wel niet naar waarde gewaar deerd. Met meer recht kan 1954 worden genoemd het jaar van de voortgezette hoogconjunctuur. Begon het jaar met 100.000 werklozen, in Juli was het werk- lozental teruggelopen tot 41.000, waarnaast 80.000 aangeboden betrekkingen werden geregi streerd. Opnieuw steeg de productie en wel met 7 punten tot 170 op basis van 1938 100. In- en uitvoer stegen, de in voer echter meer dan de uit voer, hetgeen echter werd goedgemaakt door een stijging van de zogenaamde onzichtbare inkomsten op de betalingsba lans, zodat de goud- en devie zen-voorraad goed op peil bleef. De prijsstijging en de gestegen welvaart vonden hun uitdruk king in liefst twee loonronden. En zo zouden wij kunnen door gaan met al maar goeds over 1954 neer te schrijven, ook voor wat betreft de ontwikkeling in onze landbouwcredietorganisa- tie. De aan de Boerenleenban ken toevertrouwde gelden na men met inbegrip van de bijge schreven rente toe met 77 millioen, terwijl het bedrag der uitgezette voorschotten 55 millioen beliep, die voor ruim 24 millioen uit binnengeko men aflossingen konden worden gefinancierd. De tegoeden van de Boerenleenbanken bij de Centrale Bank stegen van ruim 490 millioen per ultimo De cember 1953 tot ruim 531 millioen op het einde van 1954, alles met inbegrip van bijge schreven rente. Toch mag niet worden ver geten, dat het niet al goud is wat er blinkt. Het was niet uit sluitend dank-zij eigen economi sche kracht, dat het ons zo goed

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 3